Rekenen hoofdstuk 4 blz. 167-182

• Praktijkonderwijs

Rekenen hoofdstuk 4

Blz. 167-182

Uitleg 14

Keersommen met grote getallen

Je kunt de tafels gebruiken om te vermenigvuldigen met een tiental.

2 x 30 =

2 keer 3 tientallen = 6 tientallen

2 x 3 = 6 + een nul erachter

Opdracht 44 en 45

Maak deze 2 opdrachten

Opdracht 44:

3 x 40 =

3 x 4 = 12       dus       3 x 40 = 120

Opdracht 45:

4 x 20=

4 x 2 = 8       dus     4 x 20 = 80

3 x 40 =

7 x 40 =

3 x 30 =

6 x 90 =

5 x 60 =

4 x 20 =

7 x 30 =

5 x 50 =

2 x 90 =

6 x 40 =

3 x 20 =

6 x 50 =

8 x 40 =

4 x 70 =

1 x 60 =

8 x 30 =

5 x 70 =

9 x 80 =

6 x 60 =

7 x 50 =

Opdracht 46

5 kaartjes voor een pretpark, elk kaartje kost 30 euro

5 x 30 = 150 euro

Uitleg 15

Bij een keersom boven de 10, splits je dat getal in tientallen en eenheden.

3 x 24 =

3 x 20 = 60

3 x 4 = 12

60 + 12 = 72 

Opdracht 47

2 x 46 =

stap 1.   46 splits je in 40 en 6

stap 2.    vermenigvuldig de tientallen: 2 x 40 = 80

stap 3.   vermenigvuldig de eenheden: 2 x 6 = 12

stap 4.    tel de antwoorden bij elkaar op: 80 + 12 = 92

dus: 2 x 46 = 92

Maak opdracht: 47, 48, 49 en 50

3 x 72 =

7 x 26 =

6 x 23 =

2 x 67 =

3 x 42 =

7 x 51 =

4 x 18 =

5 x 74 =

7 x 66 =

3 x 85 =

4 x 45 =

8 x 58 =

3 x 27 =

4 x 48 =

8 x 36 =

Uitleg 16

Net als met de tientallen kun je de tafels ook gebruiken om te vermenigvuldigen met een honderdtal.

2 x 400 = 

2 x 4 honderdtallen = 8 honderdtallen

2 x 4 = 8 dus 2 x 400 = 800

Maak opdracht 51, 52, 53, 54

Uitleg 17

Je kunt getallen met elkaar vermenigvuldigen met een rekenmachine. 

18 x 16 = 288

Maak opdracht 56, 57, 58, 59 met de rekenmachine

Blz. 178 -182

Maak de bladzijdes