Eerste les 5 vwo opfrissen voorkennis

Sleep de term naar de juiste beschrijving.
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit
1 / 25
suivant
Slide 1: Question de remorquage
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Sleep de term naar de juiste beschrijving.
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 1 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions



'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam.'

Over welk aspect van identiteit gaat het hier?
'Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam'

Over welk soort identiteit gaat het hier?
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit
D
Externe collectieve identiteit

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van socialisatie.
Primaire socialisatie
Secundaire socialisatie
Tertiaire socialisatie

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions



Zijn overeenkomsten tussen broers en zussen eerder aangeboren of aangeleerd?
Zijn overeenkomsten tussen broers en zussen eerder aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren
Aangeleerd
Beide

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van cultuur.
Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions




Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?
Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?
A
Enculturatie
B
Acculturatie
C
Tegencultuur
D
Socialisatie

Slide 6 - Quiz

Het gaat hier om een specifieke vorm van socialisatie, namelijk acculturatie. Mensen die een inburgeringscursus doen zijn zijn bezig met het aanleren en het verwerven van een nieuwe cultuur.
Sleep de soort sociale ongelijkheid naar de juiste afbeelding.
ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen
ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen
ongelijke verdeling van economische hulpbronnen
ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Iris gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
Iris gaat als eerste van haar familie naar de universiteit. Is hier sprake van sociale mobiliteit?
A
Nee, het gaat hier niet om sociale mobiliteit
B
Ja, via het proces van positietoewijzing
C
Ja, via het proces van positieverwerving
D
Ja, zowel via het proces positietoewijzing als positieverwerving

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een sociale institutie?
A
Democratisch vastgestelde regels die de verhouding tussen in de wet beschreven bestuurlijke organisaties regelen
B
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren
C
Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over grote afstand en over landsgrenzen heen
D
Het proces van verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was er slecht aan de vorige vraag?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de hoofdstad van Burkina Faso?
A
Berlijn
B
Parijs
C
Ouagadougou
D
Rome

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?

Welke machtsbron heeft Jaap van Dissel?
A
affectieve machtsbron
B
cognitieve machtsbron
C
economische machtsbron
D
politieke machtsbron

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk niveau is gezag hier bestudeerd?
Op welk niveau is gezag hier bestudeerd?
"Op 17 maart won de VVD met 34 zetels de Tweede Kamerverkiezingen"
A
Microniveau
B
Mesoniveau
C
Macroniveau

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de denker naar de juiste opvatting
Conflict wordt veroorzaakt door materiële verschillen tussen de bezittende en de bezitlose klasse
Door sociale en culturele verschillen ontstaat conflict

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
Het democratiseringsproces heeft geleid tot drie soorten grondrechten.
Welke hoort er niet bij?
A
Klassieke vrijheidsrechten
B
Mensenrechten
C
Politieke rechten
D
Sociale rechten

Slide 15 - Quiz

Pagina 50
'Bij je vriendengroep heb je vaak het gevoel dat je er wel bij hoort.'
Om welk soort binding gaat het hier?
'Bij je vriendengroep heb je vaak het gevoel dat je er wel bij hoort.'
Om welk soort binding gaat het hier?
A
Affectieve binding
B
Cognitieve binding
C
Economische binding
D
Politieke binding

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welke soort groep gaat het bij het Kabinet?
Om welk soort groep gaat het bij het Kabinet?
A
Informele groep
B
Formele groep
C
Primaire groep
D
Secundaire groep

Slide 17 - Quiz

Bij het kabinet is er zowel sprake van een formele als van een secundaire groep.
Welk(e) kenmerk(en) passen bij dodenherdenking op 4 mei?
Welk(e) kenmerk(en) passen bij dodenherdenking op 4 mei? 
A
Dwingend
B
Moreel gezag
C
Stabiel en een lange traditie
D
Buiten individu

Slide 18 - Quiz

Dit voorbeeld kan dienen om alle kenmerken langs te gaan, want de 4 mei herdenking past binnen elk kenmerk. 
Is Noord-Korea eerder een individualistische of een collectivistische samenleving denk je?
Is Noord-Korea eerder een individualistische of een collectivistische samenleving denk je?
Individualistisch
Collectivistisch

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip.
Kortetermijngerichtheid
Langetermijngerichtheid

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de uitspraken naar het juiste begrip
Soberheid
Hedonisme
Pluk de dag!
We leven om te werken
We werken om te leven
Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg!

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de uitspraken naar het juiste begrip
Objectief
Subjectief
Heineken is het beste bier
Hardstyle is geen muziek
De koopkracht is dit jaar gedaald
Vrouwen verdienen gemiddeld minder dan mannen

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de afbeeldingen naar het juiste meetinstrument.
Enquête
Interview
Observatie
Experiment

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de voorbeelden naar het juiste soort verband.
Correlatie
Causaliteit
Lengte en leeftijd
Aantal verkochte ijsjes en verdrinkingen
Schoen-maat en leesniveau kind
Opleidings
niveau van ouders en opleidings
niveau van kind

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nauwkeurig conceptueel model kun je afleiden uit het filmpje?
'Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de kans op een hoger inkomen' 
Wat is de onafhankelijke (O) en wat is de afhankelijke (A) variabele in dit geval?
A
O: inkomen A: opleidingsniveau
B
O: opleidingsniveau A: inkomen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions