L' Existentialisme et le Théâtre de l'Absurde (chapitre 8)

L' Existentialisme et le Théâtre de l'Absurde 
(chapitre 8)
We zijn de moderne tijd binnengewandeld met de radicale vernieuwingen die in de dichtkunst hebben plaatsgevonden.

de DADA beweging en de Surrealisten zetten na WO I de kunstwereld volledig op zijn kop! 
Ze laten zich leiden door toeval, de fantasie en het onderbewuste. Regels voor de vorm laten ze ook los. Dat geldt zowel voor de interpunctie als voor de regels voor rijm en metrum (vers libre).



1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

L' Existentialisme et le Théâtre de l'Absurde 
(chapitre 8)
We zijn de moderne tijd binnengewandeld met de radicale vernieuwingen die in de dichtkunst hebben plaatsgevonden.

de DADA beweging en de Surrealisten zetten na WO I de kunstwereld volledig op zijn kop! 
Ze laten zich leiden door toeval, de fantasie en het onderbewuste. Regels voor de vorm laten ze ook los. Dat geldt zowel voor de interpunctie als voor de regels voor rijm en metrum (vers libre).



Slide 1 - Diapositive

De politieke omstandigheden
  • De derde republiek houdt stand tot 1940
  • Tijdens WO II is generaal de Gaulle de leider van de Franse regering in ballingschap. In het zuiden heeft maarschalk Pétin de touwtjes in handen.
  •  Na de oorlog treedt de Gaulle af en wordt de vierde republiek uitgeroepen die ruim 10 jaar met moeite standhoudt terwijl de koloniën Frans Indochina en Algerije strijden voor hun onafhankelijkheid. Deze onafhankelijkheidsoorlogen leiden uiteindelijk tot de val van de vierde republiek en de terugkeer van De Gaulle. De vijfde republiek wordt uitgeroepen met De Gaulle als premier. Met de inauguratie van de vijfde republiek wordt de presidentiële macht uitgebreid. De vijfde republiek houdt stand tot vandaag de dag.

Slide 2 - Diapositive

Sociale en maatschappelijke  context
Overal in Europa ligt het vertrouwen in God en de autoriteiten op zijn gat.
  • Mensen zijn geschokt door de vreselijke gebeurtenissen van WO II, ze geloven niet meer in een God die over ze waakt.
  • Vrouwen strijden voor meer zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Pas in april 1944 kregen vrouwen in Frankrijk stemrecht en het zal nog tot 1965 duren voor ze een bankrekening mogen openen en mogen werken zonder toestemming van hun echtgenoot. 
  • Jongeren komen in opstand tegen klassendiscriminatie. 
  • Franse studenten willen meer inspraak en bezetten in 1968 de universiteit.

Slide 3 - Diapositive

l'Existentialisme et le Théâtre de l'absurde
  • In de periode 1940-1970 is het existentialisme een invloedrijke stroming in de filosofie en de literatuur.

  • In de jaren 1950 ontstaan het absurdisme

Er zijn veel raakvlakken tussen de twee stromingen. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze er vanuit gaan dat het leven geen betekenis of hogere doel heeft en dat de mens zelf zijn weg moet zien te vinden in het bestaan.

Slide 4 - Diapositive

De oorlog tast het geloof aan
Met het verlies van het geloof in god waar veel mensen mee worstelen naar aanleiding van de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog ontstaat een filosofie die er niet meer vanuit gaat dat de essentie voorafgaat aan de existentie. Deze filosofie heeft gebroken met het idee dat er een goddelijke macht bestaat die zin geeft aan het menselijk bestaan en vorm geeft aan de menselijke essentie. Tot dan toe geloven mensen dat je geboren wordt met de gaven en kwaliteiten die je door god gegeven zijn. De zonnekoning zei dat hij de vertegenwoordiger was van god op aarde. 
De oorlog heeft dat geloof in god geschonden. 

Slide 5 - Diapositive

Jean-Paul Sartre
Jean-Paul Sartre meent dat het omgekeerde waar is: de existentie gaat vooraf aan de essentie. Met andere woorden, je identiteit en je lot staan niet van tevoren vast. De mens wordt blanco geboren en bezit een existentiële vrijheid én de verantwoordelijkheid om zelf vorm en zin te geven aan zijn bestaan. 
Niet je afkomst maar je daden bepalen wie je bent. Deze filosofie vindt veel navolging in een tijd waarin mensen behoefte hebben aan meer vrijheid. 

In zijn toneelstuk Huis Clos (google maar eens waar het over gaat) zegt Sartre 'l'enfer, c'est les autres' (de hel, dat zijn de anderen). Wat hij hiermee bedoelt is dat mensen elkaar beperken in hun vrijheid. Mensen laten zich leiden door hoe anderen hen zien en wat anderen van hen verwachten. Sartre plaatst zijn personages dan ook vaak in situaties waarin ze voor radicale keuzes komen te staan.

Slide 6 - Diapositive

Simone de Beauvoir
De filosofie van het existentialisme krijgt een concrete toepassing in het feminisme. Simone de Beauvoir zegt in haar boek Le deuxième sexe (1949): je wordt niet als vrouw geboren, je wordt tot vrouw gemaakt” (“on ne naît pas femme, on le devient”). Daarmee bedoelt ze dat meisjes niet worden opgevoed tot zelfstandig denkende wezens maar dat ze worden voorbereid op een huwelijk waarin ze de rol van moeder en huisvrouw hebben. Jean-Paul Sartre is haar levenspartner met wie ze een open relatie onderhoudt. Samen strijden ze voor vrouwenemancipatie. Lees ook het stukje op p. 97. en maak de opdrachten die horen bij het Existentialisme.

Slide 7 - Diapositive

Het theater als favoriete genre

Het theater is een genre dat veel gebruikt wordt door existentialistische schrijvers uit deze periode omdat daarin de onderlinge verhoudingen en communicatieproblemen tussen mensen goed kunnen worden uitgebeeld.


Slide 8 - Diapositive

l'absurdisme
Zoals gezegd bestaan er raakvlakken tussen het absurdisme en het existentialisme. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze er vanuit gaan dat het leven geen betekenis of hogere doel heeft en dat de mens zelf zijn weg moet zien te vinden in het bestaan. 

Voor Albert Camus (Le mythe de Sisyphe) bestaat het absurde van het leven eruit dat het eigenlijk geen bal uitmaakt wat je doet aangezien je uiteindelijk toch sterft. Anderzijds zegt hij dat het juist het besef van de menselijke sterfelijkheid maakt dat we in staat zijn het leven te omarmen en er het beste van te maken.



Slide 9 - Diapositive

Le théâtre de l'absurde
Eugène Ionesco (La cantatrice chauve) en Samuel Beckett (En attendant Godot) gelden tegenwoordig als de belangrijkste toneelschrijvers van de 20e eeuw. 

De absurdistische theatermakers breken met alle wetten van het traditionele toneel (die nog stammen uit de tijd van het classicisme). Er zijn geen geloofwaardige personages, het verhaal heeft geen logisch of duidelijk verloop en het decor is kaal en vervreemdend. De onzinnige dialogen hebben een komisch effect maar ondertussen gaan deze toneelstukken over de grote vragen van leven en dood. Er worden op die vragen geen antwoord gegeven: de toeschouwer wordt vooral in verwarring gebracht en aan het denken gezet en moet desgewenst zijn eigen antwoorden formuleren.

Slide 10 - Diapositive