Burgerschap Thema 3 H1 Omgaan met geld

Burgerschap economie
Thema 3 H1 Omgaan met geld
Burgerschap: economische dimensie
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap economie
Thema 3 H1 Omgaan met geld
Burgerschap: economische dimensie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld maakt gelukkig.
Eens
Oneens

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Korte herhaling vorige les
  • Wat voor geldtype ben jij?
  • Theorie: Budgetteren - Verzekeringen - Schulden
  • Opdrachten in je werkboek

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte herhaling vorige les
  • Arbeidsmarkt
  • Werkloosheid
  • CAO
  • Ondernemingsraad
  • Arbowet
  • Vakbond

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een groep werknemers die met de bedrijfsleiding praat
A
Personeelsraad
B
Ondernemingsraad
C
HRM
D
Centrale raad

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maartje gaat aan het werk, hiervoor heeft ze een CAO. Wat is een CAO?
A
Collectieve autoovereenkomst
B
Contract arbeidonderhandeling
C
Collectieve arbeidsovereenkomst
D
Chille appel oosten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werknemer werkt niet wegens (mentale) ziekte. 
Regels m.b.t. veilig en gezond werken
Vraag en aanbod van arbeidskrachten
Rechten en plichten van werknemer en werkgever
De arbeids-markt
Ziekte-verzuim
CAO
Arbo-wet

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vakbonden
  • Organisaties die opkomen
    voor de belangen van
    groepen werknemers.
  • Veel sectoren of
    bedrijfstakken hebben hun
    eigen vakbond.
  • Voorbeeld: vakbond voor alle werknemers in het onderwijs of de vakbond voor al het personeel in de horeca. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet een vakbond wel en niet?
Onderhandelen over een vast contract
Overleggen met de overheid.

Belangen behartigen van individuele werknemers.

Opstellen sociaal plan bij reorganisaties

Onderhandelen met werkgevers over cao.

Wel
Niet

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkloosheid
  • Conjuncturele 
  • Structurele 
  • Frictiewerkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welke werkloosheid is hier sprake?
A
Conjunctureel
B
Structureel
C
Frictie
D
Seizoen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke werkloosheid is een gevolg van een slechte economie
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Seizoenswerkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Conjuncturele werkloosheid: als er tijdelijke werkloosheid is doordat het slecht gaat met de economie

  • Structurele werkloosheid: als het beschikbare aanbod banen voor altijd afneemt.
  • Frictiewerkloosheid: als de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten niet goed op elkaar aansluiten

  • Seizoenswerkloosheid: als de vraag naar arbeidskrachten in een bepaald seizoen wegvalt.




Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les gaat over
Budgetteren - Verzekeringen - Schulden 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar geef jij geld het meeste aan uit?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef jij teveel geld uit?
A
soms
B
zeker weten
C
nee, ik let op mijn uitgaven
D
ik heb hier geen zicht op

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor geldtype ben jij?
Superspaarder
Rekenmaster
Geld-chaoot
Big Spender!

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is budgetteren?
A
Geld sparen
B
Geld uitgeven
C
Een begroting maken
D
Financieel inzicht

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je een budgetplan?
Inkomsten
Uitgaven
Loon
400
Zorgverzekering
135
Zorgtoeslag
104
Telefoonabonnement
30
Stagevergoeding
60
Kleding
100
Uitgaan
65
Totaal
564
330

Slide 21 - Diapositive

Wie vraagt zich aan het einde vd maand af waar geld is gebleven?

Om inzicht in jouw eigen geldstromen te krijgen maak je een budgetplan.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekering 
Een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij jij een vast bedrag betaalt en de verzekeraar bepaalde kosten dekt.
Premie: het vaste bedrag dat je betaalt voor een verzekering.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verzekering is in Nederland verplicht?
A
Inboedelverzekering
B
Aansprakelijkheids-verzekering
C
Reisverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgverzekering
Een verplichte verzekering die medische kosten dekt.
Basispakket: verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor huisarts, ziekenhuis, apotheek.

Aanvullende verzekering: niet verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor tandarts, orthodontie, anticonceptie.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er bedoeld met 'eigen risico' bij jouw zorgverzekering?
A
Het bedrag dat je zelf eerst moet betalen voor zorg voordat je zorgverzekering kosten vergoedt.
B
Het bedrag dat je terugkrijgt als je geen zorg gebruikt.
C
De korting die je krijgt op je zorgverzekering.
D
Het bedrag dat je elke maand aan de zorgverzekering betaalt.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een zorgverzekering kun je je eigen risico verhogen.
Je betaalt dan:

A
meer premie
B
minder premie
C
evenveel premie

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar ben jij voor aan het sparen?

Slide 29 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er bedoel met 'Geld lezen kost geld'?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn risico’s van geld lenen en schulden hebben?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

geld lenen en schulden
schuld steeds groter
rente betalen
incassobureau (extra kosten)
deurwaarder

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:47
Welke tip uit het filmpje vind jij het meest nuttig?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

BKR
Als je een lening afsluit, wordt
dit geregistreerd bij Bureau
Krediet Registratie (BKR).

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer kan een BKR-registratie ongunstig zijn?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

werkboek 
Maak theorieopdrachten thema 3 H1 van economie

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions