Een rollenspel:
Speler A: is de dochter van mevrouw van der Vecht. Jij vindt dat jouw moeder in een jurk vol vlekken loopt. Je bent behoorlijk boos.
Speler B: is de helpende. Jij vindt dat een jurk met een vlekje nog geen jurk vol vlekken is. Je vindt het nogal overdreven van de dochter van mevrouw van der Vecht.
Bespreek met elkaar welke mogelijkheden er zijn voor de helpende.
• Geef je de dochter gelijk?
• Probeer je uit te leggen dat het heus wel een beetje meevalt?
• Bedenk wat je doet als de dochter steeds bozer wordt.