Instapvragen Het Interbellum / herstel en crisis (1918-1939) Examen Geschiedenis 2019

Instapvragen
Het Interbellum; herstel en crisis (1918-1939)
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Instapvragen
Het Interbellum; herstel en crisis (1918-1939)

Slide 1 - Diapositive

100
Noem twee afspraken die in het Verdrag van Versailles stonden. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

100

Afspraken uit het Verdrag van Versailles:

- Duitsland moest zijn kolonien en een deel van het Duitse grondgebied afstaan (aan Frankrijk en Polen)

- Duitsland mocht alleen nog maar een leger van 100.000 man

- Duitsland moest enorme herstelbetalingen doen als schadevergoeding

- Duitsland moest keizer Wilhelm II uitleveren voor berechting

Slide 4 - Diapositive

101
Wat is de belangrijkste reden voor de strenge afspraken in het Verdrag van versailles?

Slide 5 - Diapositive

101
Frankrijk wilde dat Duitsland hard zou worden gestraft, zodat Duitsland Frankrijk nooit meer militair zou kunnen bedreigen.

Slide 6 - Diapositive

102
Leg in eigen woorden uit wat de Dolkstootlegende is.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

102
Sommige Duitse nationalisten vonden het lastig om het verlies van de oorlog te accepteren en kwamen met eigen theorieen over hoe het kon dat het machtige Duitsland de oorlog had verloren. Ze beweerden dat linkse officieren, stakende arbeiders en politici het land hadden verraden. Dit landsverraad zagen ze als een dolk in de rug. Deze alternatieve verklaring voor het verlies van Duitsland in de Eerste Wereldoorlog wordt ook wel de Dolkstootlegende genoemd. Hiermee kon het Duitse leger de verantwoordelijkheid voor het verliezen van de oorlog afschuiven op anderen.

Slide 9 - Diapositive

103
Waarom werd de Volkenbond aan het einde van de Eerste Wereldoorlog opgericht?

Slide 10 - Diapositive

103
Regeringen begonnen te beseffen dat oorlog alleen moest worden gevoerd als er geen enkele andere (diplomatieke) oplossing voor een conflict kon worden gevonden. het idee was dat als er een bond werd opgericht die hoger was dan de regering van losse landen conflicten makkelijker konder worden opgelost.

Slide 11 - Diapositive

104
Hoe zorgde het Verdrag van Versailles voor het ontstaan van een economische crisis in Duitsland in 1923?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

104
In 1923 raakte Duitsland in een economische crisis als gevolg van de enorme herstelbetalingen die de Duitsers volgens het Verdrag van versailles moesten betalen.

Slide 14 - Diapositive

105
Hoe droeg de hyperinflatie tijdens de economische crisis bij aan de populariteit van hitler?

Slide 15 - Diapositive

105
De hyperinflatie hield in dat de Weimarrepubliek begon om geld bij te drukken. Dit geld werd echter, door de grote hoeveelheden, niks meer waard. Er was een groot wantrouwen tegenover de regering. Hitler wou een revolutie tegen de heersende regering organiseren. Dit mislukte. Hitler werd in de gevangenis gezet. Hitler zou in de jaren die volgden nog veel profiteren van de impopulariteit van de Weimarrepubliek.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

106
Wat was het Dawesplan?

Slide 18 - Diapositive

106
Om de Duitse economie te redden en ervoor te zorgen dat Duitsland de herstelbetalingen kon betalen, werd het Dawesplan bedacht. Door dit plan moesten Frankrijk en Belgie het bezette Ruhrgebied verlaten en werden er afspraken gemaakt over het betalen van de herstelbetalingen. De Amerikaanse overheid leende geld aan Duitsland als onderdeel van het Dawesplan.

Slide 19 - Diapositive

107
Wat wordt er bedoeld met het vijfjarenplan van Stalin? Gebruik het begrip planeconomie in je antwoord.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

107
Een vijfjarenplan bevatte globale beleidslijnen voor economische groei voor de komende vijf jaar. Het eerste vijfjarenplan van de Sovjet-Unie werd gestart in 1928. Arbeiders werkten op basis van een planeconomie die precies voorschreef wat en hoeveel er geproduceerd moest worden.

Slide 22 - Diapositive

108
Hoe dachten de in Duitsland opkomende nationaal-socialisten over ras?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

108
Het nationaal-socialisme vond dat het eigen ras superieur was aan andere rassen.

Slide 25 - Diapositive

109
Wat is het verschil tussen het Duitse nationaal-socialisme en het fascisme dat in Italie zijn oorsprong vond?

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

109
Het Duitse nationaal-socialisme en het Italiaanse fascisme hadden veel overeenkomsten. Echter was voor 1938 het Duitse nationaal-socialisme antisemitisch (Jodenhaat) en het Italiaanse fascisme niet.

Slide 28 - Diapositive

110
Hoe zorgde de Rijksdagbrand voor het verbieden van communistische partijen in Duitsland?

Slide 29 - Diapositive

110
In 1933 werd de Rijksdag (het gebouw waar het Duitse parlement zat) in brannd gestoken. Dit was de Rijksdagbrand. De communisten kregen hiervan de schuld en Hitler verbood hierop de communistische partij en enkele andere partijen.

Slide 30 - Diapositive

111
Wat was de gestapo?

Slide 31 - Diapositive

111
De gestapo was de Duitse staatspolitie, dat zich richtte op onder meer het uitschakelen van tegenstanders van de nazi-dictatuur. De gestapo was een onderdeel van de SS, de elitetroepen van Hitler.

Slide 32 - Diapositive

112
Wat waren de rassenwetten van Neurenberg?

Slide 33 - Diapositive

112
In deze wetten stond beschreven wie wel en wie geen Duitser was. Mensen van wie drie of vier grootouders geen Übermenschen (Ariërs) waren, zoals Joden, waren geen echte Duitsers. Door deze wetten werd het ook verboden voor Duitsers om te trouwen met Joden en werden de burgerrechten van Duitse Joden ontnomen.

Slide 34 - Diapositive

113
Waarom was de Kristallnacht een antisemitische daad?

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

113
Tijdens de Kristallnacht (de nacht van 9 op 10 november 1938) werden joodse winkels en synagogen verwoest. Deze actie was duidelijk tegen Joden gericht, en was daarom een antisemitische daad.

Slide 37 - Diapositive

114
Groot-Brittannie voerde een appaesementpolitiek om oorlog te voorkomen. Ze stonden Duitsland, tegen eerdere afspraken in, toch toe om bijvoorbeeld het Tsjechische Sudetenland in te nemen en het leger verder uit te breiden dan toegestaan was.

Slide 38 - Diapositive

114
Wat wordt er bedoeld met het begrip appeasementpolitiek en waarom voerde bijvoorbeeld Groot-Brittannie deze politiek?

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

115
Leg uit hoe in Amerika in 1929 de beurskrach kon ontstaan.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

115
In de jaren '20 groeide de economie van de VS. Veel mensen wilden hierin meedelen en kochten daarom aandelen. De aandelenprijzen bleven stijgen, maar in 1929 kwamen mensen erachter dat de prijs van aandelen te hoog was geworden. veel mensen verkochten hun aandelen tegelijkertijd, waardoor de aandelenkoersen in korte tijd snel daalden. Zo ontstond de beurskrach.

Slide 43 - Diapositive

116
Wat wordt bedoeld met het begrip totalitaire staat?

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo

116
Een totalitaire staat is een staat waarin een partij/een leider alle macht heeft en waarin de inwoners volledig door de staat worden gecontroleerd/de ideeen van de leider moeten aanhangen.

Slide 46 - Diapositive