voedingsstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Lesdoelen

• Kunnen benoemen wat voedingsmiddelen en voedingsstoffen zijn, inclusief voorbeelden.
• Kunnen uitleggen welke groepen voedingsstoffen er zijn, welke voedingsstoffen hierbij horen en waarvoor het lichaam deze voedingsstoffen gebruikt.

Voedingsmiddelen

Voedingsstoffen

Voedingsstoffen

Voedingsstoffen naar je bloed

Functies van voeding

Bouwstoffen: Nodig voor de groei en ontwikkeling van je lichaam. 

Brandstoffen: Stoffen die energie leveren.

Beschermende stoffen: Mineralen en vitaminen. Bij een tekort word je ziek. 

Reserve stoffen: Heb je niet direct nodig,  maar worden opgeslagen.

Voedingsstoffen

• Bouwstoffen
• Brandstoffen
• Reservestoffen
• Beschermende stoffen

Bouwstoffen

Nodig om nieuwe cellen te maken!

• water
• mineralen
• eiwitten
• vetten

• koolhydraten 
• vitamines

Brandstoffen

Leveren energie

• Vetten
• Koolhydraten
• Eiwitten 

Beschermende stoffen

Zorgen dat je niet ziek wordt

• Vitamines 
• Mineralen

Reserve stoffen

Worden opgeslagen in cellen

• Vetten    

        -> onder de huid

• Koolhydraten

        -> in de spieren en lever

Voedingsstoffen & functie

koolhydraten zijn voornamelijk:

1. brandstoffen
2. bouwstoffen
3. beschermende stoffen

Welke voedingsstoffen houden je gezond?

1. vetten
2. vitamines
3. mineralen
4. koolhydraten

Welke voedingsstoffen leveren de meeste energie per 100 gram?

1. eiwitten
2. mineralen
3. vetten
4. vitamines

Eiwitten zijn:

1. Brandstoffen
2. Bouwstoffen
3. Brandstoffen en bouwstoffen
4. aminozuren

Waar horen mineralen bij?

1. Beschermende stoffen
2. Bouwstoffen
3. Brandstoffen
4. Bouwstoffen en beschermende stoffen

Vitamines zijn ......

1. bouwstoffen
2. brandstoffen
3. reservestoffen
4. beschermende stoffen

Wat zijn mineralen
en welke functie hebben ze?

1. Zouten, beschermende functie
2. Vitaminen, ze zijn bouwstoffen
3. Stenen, het zijn reserve stoffen
4. Suikers, ze leveren energie

Wat is de belangrijkste voedingsstof?

Water!

- Nodig voor het vervoer van stoffen in je lichaam. Je lichaam bestaat voor 60% uit water. 

Aan de slag

Blz. 90 t/m 93

Opdr. 1 t/m 7