Chapitre 1, Avoir

chapitre 1, grammaire H
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel avoir oefenen.


1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

chapitre 1, grammaire H
Werkwijze:
In deze LessonUp kan je het grammatica-onderdeel avoir oefenen.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

grammaire H
Dit grammatica-onderdeel bestaat uit 2 delen. Het gaat namelijk om het onregelmatige werkwoord avoir (hebben).

Maar voor ik jullie aan kan leren wat een vorm van een werkwoord is, wil ik jullie eerst aanleren welke persoonlijke voornaamwoorden er in het Frans zijn.


Slide 3 - Diapositive

Grammaire H:
persoonlijke voornaamwoorden
Enkelvoud
ik  --->  je
jij --->  tu
hij ---> il
zij ---> elle
men ---> on
Meervoud
wij --> nous
u, jullie --> vous
zij (mannelijk meervoud) --> ils
zij (vrouwelijk meervoud) --> elles




Slide 4 - Diapositive

Grammaire H:
het werkwoord avoir
Het rijtje hieronder Neem je over in je aantekeningenschrift. Je moet dit werkwoord toe kunnen passen.
avoir = hebben
j'ai               = ik heb
tu as            = jij hebt
il/elle/on a    = hij/zij/men heeft/we hebben

nous avons    = wij hebben
vous avez      = u hebt/jullie hebben
ils/elles ont   = zij hebben (meervoud)

Slide 5 - Diapositive

Grammaire H:
praktische tip?
Wanneer je in de zin niet een persoonlijk voornaamwoord ziet staan, is het soms lastig om te weten welke vorm je invult..
Daarom: een tip!

Bij 1 naam of een woord met le/la/l'/un/une: de il/elle/on-vorm


Bij 2 namen of een woord met les/des: de ils/elles-vorm

Bij 2 namen en jij zelf (moi et mes frères): de nous-vorm

Slide 6 - Diapositive


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Vous _______ une grande maison?

Slide 7 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Oui, on _____ une grande maison.

Slide 8 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Nous_____ deux salles de bains.

Slide 9 - Question ouverte


Vul de juiste vorm in van het werkwoord avoir.

Et Paul & Simon ______ aussi une grande maison?

Slide 10 - Question ouverte

Ik snap dit
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage