H 8.3 Eenheden van tijd

Wat gaan we deze les doen?


- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie 8.3 
- Huiswerk
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?


- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie 8.3 
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
- Ik ken de begrippen ochtend, middag, avond, nacht en weet welke 
   tijden bij de begrippen horen. 
- Ik kan de aankomsttijd van een reis berekenen. 
- Ik kan de tijdsduur, van bijvoorbeeld een reis of film, berekenen. 
- Ik ken de meest gebruikte eenheden van tijd (1 dag = 1 etmaal). 
- Ik kan de meest gebruikte eenheden van tijd omrekenen. 
- Ik kan rekenen met de meest gebruikte eenheden van tijd. 
- Ik weet dat 2,45 niet 2 uur en 45 min is. 
- Ik kan met de rekenmachine tijd omrekenen.

Slide 2 - Diapositive

Ochtend, middag, avond of nacht 
nacht     = 0 - 6 uur
ochtend  = 6 - 12 uur
middag   = 12 - 18 uur
avond    = 18 - 24 uur

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Opdracht


a. 3 weken = ... dagen               d. 6 jaren     = ... maanden
b. 2 dagen = ... uren                 e. 8 jaren     = ... kwartalen
c. 4 uren   = ... minuten             f. 3 minuten = ... seconden
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Rekenen met tijd
2,15 uur = 2 uur + 0,15 uur 
0,15 uur x 60 min = 9 minuten
2 uren en 9 minuten

6,2 dag = 6 dagen en 0,2 dag
0,2 dag x 24 uren = 4,8 uur  
0,8 uur x 60 min = 48 min
6 dagen, 4 uren en 48 minuten

Slide 6 - Diapositive

Opdracht

a. Hoeveel jaren en hoeveel dagen is 5,8 jaar?
b. Hoeveel uren en hoeveel minuten is 3,2 uur?
c. Hoeveel dagen en hoeveel uren is 6,5 dagen?
d. Hoeveel minuten en hoeveel seconden is 520 seconden?
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Eindtijd berekenen
Karin rijdt met de auto van Emmen naar Breda.
Zij vertrekt om 8.45 uur. Volgens de routeplanner duurt de autorit 2 uur en 27 min. Hoe laat is Karin in Breda?

1. Tel eerst de hele uren erbij: 8.45 uur + 2 uur = 10.45 uur
2. Nu moet je de 27 min er nog bij doen: 10.45 uur tot 11.00 uur 
   is 15 min erbij. Er komen nog 12 min bij. 

                                                          Karin is om 11.12 uur in Breda.




 









aantal
240









aantal







Slide 8 - Diapositive

Tijdsduur berekenen
Siep vertrekt om 10.37 uur met de trein uit Groningen. 
Om 14.05 uur komt hij in Eindhoven aan. 
Hoe lang duurt de treinreis?

Van 10.37 uur naar 11.00 uur is 23 min.
Van 11.00 uur naar 14.00 uur is 3 uur.
Van 14.00 uur naar 14.05 uur is 5 min.

                  De treinreis duurt 23 min + 3 uur + 5 min = 3 uur en 28 min.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht


1.
Tel eerst hele uren erbij.           2. Tel daarna de min erbij.
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Testopgave
Janneke gaat op de fiets naar haar vriendin. 
Ze heeft om 11.00 met haar afgesproken. Ze fietst 12 km. Ze vertrekt om 10:18 uur. 

Janneke fietst gemiddeld 16 km per uur. 
Is Janneke op tijd?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Opgaven maken

Boek H8.3 

Slide 14 - Diapositive

Doelen van deze les
- Ik ken de begrippen ochtend, middag, avond, nacht en weet welke 
   tijden bij de begrippen horen. 
- Ik kan de aankomsttijd van een reis berekenen. 
- Ik kan de tijdsduur, van bijvoorbeeld een reis of film, berekenen. 
- Ik ken de meest gebruikte eenheden van tijd (1 dag = 1 etmaal). 
- Ik kan de meest gebruikte eenheden van tijd omrekenen. 
- Ik kan rekenen met de meest gebruikte eenheden van tijd. 
- Ik weet dat 2,45 niet 2 uur en 45 min is. 
- Ik kan met de rekenmachine tijd omrekenen.

Slide 15 - Diapositive