Rekenen afstand en tijd leerjaar 2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Tijd en snelheid.

Eenheden van tijd

1 millennium = 1.000 jaren

1 eeuw        = 100 jaren

1 jaar         = 4 kwartalen

1 jaar         = 12 maanden

1 jaar         = 52 weken

1 jaar         = 365 of 366 dagen

1 kwartaal   = 3 maanden

1 kwartaal   = 13 weken

1 week = 7 dagen

1 dag = 24 uren

1 dag = 1 etmaal

1 uur = 60 minuten

1 uur = 4 kwartieren

1 kwartier = 15 minuten

1 minuut = 60 seconden

1 uur = 3.600 seconden

Rekenen met tijd

Bij rekenen met tijd moet je goed opletten.

2,45 uren is niet 2 uren en 45 min.

2,45 uren is 2 uren en 0,45 x 60 min = 2 uren en 27 min.

Zo is 3,6 jaren: 3 jaren en 0,6 x 365 = 3 jaren en 219 dagen.

Sepp vertrekt om 10.37 uur met de trein uit Groningen.
Om 14.05 uur komt hij in Eindhoven aan.

Hoe lang duurt de treinreis?

Afstand	9 km		9 : 45 x 60 = 12 km
Tijd	45 min	1 min	1 uur = 60 min

Afstand	1400 km		1400 : 60 x 30 = 700 km
Tijd	1 uur = 60 min	1 min	30 min

515,4 : 145 x 60 = 213,3 km/u

Afstand	515,4 km		?
Tijd	145 min	1 min	60 min

Myrthe fietst 145 min. met een gemiddelde snelheid van 22 km/u.
Hoeveel kilometer heeft Myrthe gefietst?
Rond het antwoord af op 1 decimaal.

3600 seconden in een uur

1000 meter in een kilometer

Dus  15 m/s is  54 km/u  (15 x 3,6)

Hij legt 100 m af in 14,82 s. Wat was zijn gemiddelde snelheid in kilometer per uur? Rond af op 1 decimaal.

Logisch? 

We hebben honderdsten van een seconde

Huiswerk

Startrekenen Online Domein 3

Opgaven tijd en snelheid