les 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Week 4 - lesson 2

• your book??
• Check words
• Check homework
• Future
• Reading

Check words

Please go to the LessonUp app on your tablet or laptop.

(No mobile phone)

What is the Dutch translation of:
attraction

What is the Dutch translation of:
building

What is the Dutch translation of:
castle

What is the Dutch translation of:
department store

And now the other way around

Geef de Engelse vertaling van:
gids

Geef de Engelse vertaling van:
bezienswaardigheden

Geef de Engelse vertaling van:
koffer

Geef de Engelse vertaling van:
het weer

Check homework

Show me that you have made exercise 1, 2, 3,8,10 

Exercise 1

1 Het kaartje komt uit Londen.

2 Je kunt de Changing of the Guards bij Buckingham Palace zien.

3 Ze was er gisteren.

4 Dan weet je dat koningin Elizabeth thuis is.

5 Dan heeft ze een mooi uitzicht.

6 Ze wil daar gaan winkelen.

7 Ze vindt deze schoolreis geweldig.

8 Als ze weer thuis is, zal ze Jason alles over haar schoolreis vertellen.

Exercise 2

1 True

2 False

3 True

4 False

5 False

6 True

Exercise 3

1 Omdat je er van alles kunt doen, leuke dingen en dingen op het gebied van geschiedenis, cultuur en amusement.

2 Omdat er jaarlijks meer dan 3.5 miljoen bezoekers komen.

3 Je moet 334 treden beklimmen naar de top van de Big Ben.

4 Je gaat niet met de bus, maar je loopt.

5 Tijdens deze rondleiding ontdek je allemaal wetenswaardigheden over het maken van Harry Potter-films.

6 Er zijn kroningen, huwelijken en begrafenissen in Westminster Abbey.

Exercise 3

7 Mr Bean wordt door Rowan Atkinson gespeeld.

8 Ze wordt ook wel Kate genoemd.

9 Harrods, Selfridges, H&M, Covent Garden zijn plekken waar je kunt winkelen.

10 Harrods is een groot warenhuis.

11 Je kunt ontsnappen door puzzels op te lossen en spellen te spelen.

12 Door de hightechsensoren en elektronische snufjes wordt het nog leuker.

ex 8

8 New York City
1 True
2 False
3 False
4 True
5 False
6 False
7 True
8 True
9 False

ex 9

9 New York in Numbers

1 New York City heeft 8 miljoen inwoners.

2 Het Empire State Building werd in 1931 gebouwd.

3 De lift doet er zestig seconden over om naar het Observation Deck te gaan.

4 De aanslag op het World Trade Center was op 11 september.

5 Je hoeft niets te betalen, want het is gratis.

6 De leerlingen vliegen op de derde dag van het programma ’s avonds terug naar huis.

go to page 38 ex 4

Exercise 4

1 De Tower of London werd in 1078 gebouwd door William the Conqueror.

2 Op de muren van de Beauchamp Tower is graffiti te zien die door gevangenen gemaakt is.

3 Die poort heet de Traitor’s Gate.

4 Beroemde gevangenen zijn Anne Boleyn, Katherine Howard, Jane Grey, Thomas More.

Exercise 4

5 Beefeaters zijn wachters die de koningin en de Tower of London moeten beschermen.

6 In de White Tower worden de kroonjuwelen bewaard.

7 Als de raven verdwijnen, betekent dat het einde van het koningshuis.

Grammar time...

How many forms of the future are there?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Will

1. Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit.

2. GEEN bewijs.

Will + hele ww 

                I will do my chores tomorrow, I promise.

Vraagzin I of we? Shall + hele ww

                Shall we be on time?

To be going to

1. Om aan te geven dat je iets van plan bent in de toekomst.

2. Je verwacht dat iets zal gaan gebeuren.

3 . je hebt bewijs dat het gaat gebeuren

Am/is/are going to + hele ww

I am going to play soccer tomorrow.

Look at the clouds. I think it is going to rain.

Have you got any plans for tomorrow?
- Yes, I.......................
(visit) my grandparents.

1. will visit
2. am going to visit

Scientists think that humans .......................(be) more intelligent in the future.

1. are going to be
2. will be

Why is she learning Spanish?
- She ...................................
( travel) to Spain.

1. will travel
2. is going to travel

Why are you switching on the TV?
- I...............................
( watch) a football match.

1. will watch
2. am going to watch
3. are going to think
4. 'll think

We __________________________ (have) lunch at Little Chef around noon. I have already discussed everything with the owner.

1. will have
2. are/ 're going to have

Don't worry, mum, I promise I ......... (take)good care of the plants.

1. will take
2. am going to take

future will ==> aankondiging

and now?

excercise 5, 6,7, p 38