Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Introduction
Wat maakt jou jij?
In jouw klas is iedereen anders. Ieder is zijn eigen unieke ‘ik’. Leuk is dat, want stel je voor dat we allemaal hetzelfde zijn… Dát zou een saaie boel worden! Jij bent jij en dat maakt je zo leuk. Maar welke onderdelen maken nou dat jij zo uniek bent?
Instructions
Wat gaan we doen? We gaan een recept van onszelf ontwerpen. Welke ingrediënten maken jou zo speciaal en in welke samenstelling?
Doel van de les
Met deze activiteit maak je op een leuke manier duidelijk dat iedereen anders is. Jouw klas is een brede MIX aan persoonlijkheden!
Werkvormen Klassikale brainstorm, individueel woordspin maken, individueel een recept uiteenzetten met persoonlijke kenmerken, klassikale nabespreking, check in duo’s (optioneel).
Benodigdheden / voorbereiding Iedere leerling heeft twee werkbladen nodig. Deze staan in de bijlagen. - Woordspin-werkblad - Recept-werkblad. - Een pen/ potlood per leerling
Leerdoelen De leerlingen worden zich bewust van… … eigen behoeftes, verlangens en kwaliteiten. … hoe ze zichzelf schriftelijk kunnen vangen in een aantal woorden. … het belang van 'delen wie jij bent'. … de diversiteit binnen een groep. … dat iedereen anders is. … dat iedereen bestaat uit een uniek samengesteld recept.
Burgerschapsdomeinen Deze les sluit aan bij de burgerschapsdomeinen: Identiteit & denk- en handelwijze.
Instructions
Feuilles de travail
Éléments de cette leçon
PO - Middenbouw - Wat maakt jou, jij?
Slide 1 - Diapositive
Wat maakt jou jij?
In jouw klas is iedereen anders. Ieder is zijn eigen unieke ‘ik’. Leuk is dat, want stel je voor dat we allemaal hetzelfde zijn… Dát zou een saaie boel worden! Jij bent jij en dat maakt je zo leuk. Maar welke onderdelen maken nou dat jij zo uniek bent?
Slide 2 - Diapositive
Jouw recept
De ene tomatensoep is de andere niet!
De tomatensoep van je moeder smaakt op een bepaalde manier en in een restaurant smaakt tomatensoep misschien net een beetje anders. Dat komt omdat er voor hetzelfde gerecht verschillende recepten bestaan.
De verschillende ingrediënten in verschillende hoeveelheden maken het speciaal.
Net als een speciaal gerecht besta jij ook uit verschillende ingrediënten. We zijn allemaal mensen maar allemaal specifieke dingen maken jou jij. Jij bent uniek!
Dat speciale recept van onszelf gaan we onderzoeken. Welke ingrediënten in welke samenstelling maken jou zo speciaal?
Slide 3 - Diapositive
Brainstorm - Woordspin [Klassikaal]
Deel de woordspin-werkbladen uit.
Iedere leerling begint met het schrijven van zijn naam in het middenvak.
TIP: Misschien kennen je leerlingen een mindmap of woordspin al. Zo niet, gebruik deze les om de leerlingen kennis te laten maken met dit concept. We gaan straks klassikaal 4 vragen beantwoorden en de leerlingen schrijven de antwoorden van de vraag in hun woordspin.
Slide 4 - Diapositive
Vraag 1: Wat vind je leuk om te doen?
Bespreek eerst de vraag klassikaal.
Vervolgens hebben de leerlingen een paar minuten de tijd om hun antwoord in de eerste wolk te schrijven. Minimaal 1 antwoord, maar meer mag natuurlijk ook.
Het kan van alles zijn: tekenen of kleuren, filmpjes kijken en wat dacht je van naar het zwembad? Wat is nu écht iets wat JIJ heel leuk vindt?
TIP: Als je ervoor kiest om klassikaal voorbeelden te noemen is er een risico dat de leerlingen jouw voorbeelden overnemen. Je zou in dat geval kunnen kiezen voor een eigen voorbeeld op volwassen niveau zoals "Ik hou bijvoorbeeld van koken" .
Vervolgens kun je rondlopen en individueel wat kinderen ondersteunen die het lastig vinden.
Slide 5 - Diapositive
Vraag 2: Waar ben je goed in?
Bespreek eerst de vraag klassikaal.
Vervolgens hebben de leerlingen een paar minuten de tijd om hun antwoord in de tweede wolk te schrijven. Minimaal 1 antwoord, maar meer mag natuurlijk ook.
Denk aan dingen op school, maar het kan ook iets buiten school zijn. Misschien is er een spel waarbij je vaak wint of ken jij al veel namen van dino's....
Slide 6 - Diapositive
Vraag 3: Wat wil je later worden?
Bespreek eerst de vraag klassikaal.
Vervolgens hebben de leerlingen een paar minuten de tijd om hun antwoord in de derde wolk te schrijven. Minimaal 1 antwoord, maar meer mag natuurlijk ook.
Slide 7 - Diapositive
Vraag 4: Wat vind je moeilijk om te doen?
Bespreek eerst de vraag klassikaal.
Vervolgens hebben de leerlingen een paar minuten de tijd om hun antwoord in de vierde wolk te schrijven. Minimaal 1 antwoord, maar meer mag natuurlijk ook.
Bij deze vraag kun je zelf ook weer een persoonlijk voorbeeld geven. Zo maak je het laagdrempelig en creëer je een sfeer waar je gewoon mag zeggen wat je lastig vindt. Er is geen oordeel. Het is juist hartstikke belangrijk om van jezelf te weten wat je (nog) niet kunt. Iedereen heeft dat!
Slide 8 - Diapositive
Onze ingrediënten..
De antwoorden op ons blad zijn voor ons allemaal uniek. Dit zijn onze persoonlijkheids-ingrediënten!
Misschien zijn er klasgenoten met een aantal dezelfde antwoorden (=ingrediënten) maar dat is dan nooit helemaal in dezelfde hoeveelheid. Er is er maar één zoals jij!
We gaan met het tweede werkblad ons recept noteren en bespreken!
Slide 9 - Diapositive
.............-RECEPT
Deel het werkblad 'Mijn Recept' uit Elke leerling een eigen blad.
We gaan nu vanuit de antwoorden van het vorige werkblad ons recept samenstellen.
Je mag in elk vakje een antwoord kiezen van het vorige werkblad. Maar let op, op dit blad zijn er verschillende maten in blokjes. Je mag dus de antwoorden die volgens jou het meest bij je passen in een groot blokje schrijven, en dat wat minder bij je past in een kleiner blokje.
Hoe je het doet maakt niet uit, als je het maar goed bij jezelf vindt passen. Geheim ingrediënt Onderaan is er ook nog ruimte voor een 'geheim ingrediënt. Hier mag je iets opschrijven wat de klas misschien nog niet zo goed van je weet. Misschien heb je een verborgen talent of hobby, of wil je iets over jezelf vertellen. Zet dat dan daar!
En o ja, vergeet je naam niet naast -RECEPT te schrijven.
Slide 10 - Diapositive
Nabespreken
Nu de recepten klaar zijn, is het tijd om ze te bespreken. Hieronder staan twee opties beschreven. Kies welke het beste bij jouw groep past.
Klassikaal: Leg alle recepten op een rijtje en bespreek ze met de klas. Vraag om te beginnen wie iets wil vertellen over z'n recept. Ga met de klas in gesprek over de recepten en maak gebruik van de volgende vragen:
Wie wil er iets vragen over een recept?
Wie herkent een leerling aan zijn ingrediënten?
Wie hebben dezelfde ingrediënten?
Welke lijken er veel op elkaar?
Welke juist niet?
Valt er nog iets op?
Wat had je niet verwacht?
Wie wil er nog iets vertellen/delen?
TIP: Als je bovenstaande opdracht spannender wil maken, vraag de leerlingen dan om nog GEEN naam te noteren bij de vorige stap. Zo kun je kijken of ze elkaar kunnen herkennen aan de hand van de recepten.
Speeddate: Laat de leerlingen andere leerlingen ontmoeten met een speeddate. Elke leerling krijgt steeds één minuut om te vertellen over zijn recept en daarna wisselen ze om en vertelt de ander. Vragen stellen mag ook.
Na twee minuten wisselen de leerlingen van partner, en gaan ze opnieuw in gesprek.
Herhaal dit 3x - dus drie dates van elk 2 minuten.
Sluit de speeddate-sessie af door klassikaal te vragen wie de leerlingen hebben gesproken en wat ze hebben geleerd over een ander. Ze vertellen dus NIET over hun eigen recept maar over de recepten van hun dates.
Slide 11 - Diapositive
Tot slot...
Sluit de les af met een korte reflectie over de les. Wat vonden de leerlingen ervan en wat hebben ze ervan geleerd?
Hang de resultaten natuurlijk op een mooie plek in de klas of in de school! Zo kan iedereen zien wat voor mooie unieke recepten er in jullie klas zitten!
We zijn bij Respect Foundation heel blij met alle reacties, tips en feedback op onze lessen. We zijn altijd op zoek naar verbeterpunten. Vul onderstaande vragenlijst in. Als docent of samen met je klas!