H3 betr.vnw en ww-spelling

Lezen in stilte
timer
15:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen in stilte
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Programma
Lezen
Instructie betr. vnw.
Huiswerk nakijken
Aan de slag
Korte pauze en nieuwsquizzz
Formatieve toets werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 
                                                                    (antecedent)

Heb je de nieuwe film, die door Tarantino is uitgebracht, al gezien?

Slide 3 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 
                                                                     (antecedent)

De docent van wie we les hebben, kan heel vervelend zijn.

Slide 4 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 
                                                                     (antecedent)

Het programma dat ik je geleend heb, wil ik graag terug.

Slide 5 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 
                                                                     (antecedent)

Het programma dat ik je geleend heb, wil ik graag terug.

Slide 6 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 
                                                                     (antecedent)

Dat is iets wat ik liever voor mezelf houd.



Slide 7 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 

'De'-woorden verwijs je met 'die'  (de film)
'Het'-woorden verwijs je met 'dat'  (het programma)
Personen verwijs je met 'van wie' / 'met wie' (de docent)



Slide 8 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw verwijst naar een woord dat eerder genoemd is. 

Verwijzen met 'wat'
- Onb.vnw (iets wat je hebt meegemaakt)
-Overtreffende trap (Het stomste wat ik ooit...)
-Hele zin (de jongen at zijn lunch in de klas, wat de docent...)



Slide 9 - Diapositive

Woordsoorten: betr.vnw
betr. vnw met ingesloten antecedent.

Wie de schoon past, trekt hem aan. (degene die)
Wat je gisteren deed, was niet zo handig. (datgene wat)



Slide 10 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Blz. 31: 1 + 2

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Herhalen woordsoorten (levert elke toets weer 6 punten op :-)

1) Lees eerst de theorie in de groene blokken.
2) Maak daarna de opdrachten.

Maak opgave:  1 t/m 7 van blz. 251 t/m 255

timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Schema ww-spelling
blz. 263
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Formatieve toets 
werkwoordspelling
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive