H3: Over taal

Over taal H3:

tweelingfouten, taalvariatie en woordenschat

  • Nieuwe woorden met betekenis
  • Tweelingfouten
  • Taalvariatie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Over taal H3:

tweelingfouten, taalvariatie en woordenschat

  • Nieuwe woorden met betekenis
  • Tweelingfouten
  • Taalvariatie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent de betekenis van verschillende schooltaalwoorden en moeilijke woorden.
- Je herkent tweelingfouten.
- Je kent verschillende vormen van taalgebruik (taalvariatie).

Slide 2 - Diapositive

Over taal H3

- Betekenis woorden

- Tweelingfouten 

- Taalvariatie

Slide 3 - Diapositive

Tweelingfouten
Leggen - liggen
Kennen - kunnen
Als - dan
omdat - doordat
Mits - tenzij
Blijkbaar - schijnbaar
Rede - reden

Slide 4 - Diapositive

Die tv is groter ... die van ons.
A
als
B
dan

Slide 5 - Quiz

Mijn cijfer is even goed ....... de jouwe.
A
als
B
dan

Slide 6 - Quiz

Tweelingfouten
Die tv is groter dan die van ons.
Mijn cijfer is even goed als de jouwe.

Bij ongelijkheid = dan
Bij gelijkheid = als

Slide 7 - Diapositive

Vul in:
Zij ......... wel verdwaald zijn.
A
kennen
B
kunnen
C
ken
D
kan

Slide 8 - Quiz

Vul in:
Misschien snap je het nu net zo goed ....... ik.
A
als
B
dan

Slide 9 - Quiz

Vul in:
Blijf alsjeblieft van ..... telefoon af!
A
me
B
mijn

Slide 10 - Quiz

1 Leggen = iets neerleggen


2 Kennen = weten (kennis)

3 Als = bij gelijkheid

4 Omdat = reden

5 Mits = op voorwaarde dat

6 Blijkbaar = je kunt het zien

7 Rede = toespraak

8 Te danken aan = positieve oorzaak

9 Met de hulp van = hulp van iemand

10 Me = persoonlijk voornaamwoord

1 Liggen= zich in liggende toestand bevinden

2 Kunnen = iets doen

3 Dan = bij ongelijkheid
4 Doordat = oorzaak
5 Tenzij = behalve als
6 Schijnbaar = het is niet echt zo
7 Reden = argument / oorzaak
8 Te wijten aan = negatieve oorzaak
9 Met behulp van = met hulp van iets
10 Mijn = bezittelijk voornaamwoord


Slide 11 - Diapositive

Taalvariatie
- Standaardtaal
- Dialect
- Regiolect
- Groepstaal

Slide 12 - Diapositive

Taalvariatie
Standaardtaal
  • Het ABN (algemeen beschaafd Nederlands)
  • Taalunie
  • www.woordenlijst.org
  • Gebruik op scholen, bij instanties en organisaties en in formele situaties

Slide 13 - Diapositive

Taalvariatie
Regiolect
  • Zit tussen de standaardtaal en dialect in
  • Dialecten groeien naar elkaar toe en krijgen gezamenlijk één taal
  • Limburgs

Slide 14 - Diapositive

Taalvariatie
Dialect
  • Streektaal
  • Variatie op het ABN
  • Informele situaties
  • Haags, Zuid-Limburgs

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Lien

Taalvariatie
Groepstaal
  • Straattaal
  • Vaktaal
  • Gesproken door een bepaalde groep

Slide 18 - Diapositive

Welke woorden die horen bij
deze regio ken je?

Slide 19 - Carte mentale

Huiswerk
Over taal H3:
- Opdracht 1 - 2 (moeilijke woorden met betekenis)
- Opdracht 3 (tweelingfouten)
- Opdracht 5
- Opdracht 8 - 10 (taalvariatie)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien