Examentraining argumentatie H5

-
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

-

Slide 1 - Diapositive

vandaag
  • standpunt
  • argument / tegenargument / weerlegging (feitelijk/waarderend)
  • soorten argumenten
  • argumentatie (redenering) = standpunt + argumenten
  • argumentatieschema
  • argumentatiestructuur



Slide 2 - Diapositive

Standpunt
stelling(name), bewering, mening: 

positief, negatief of twijfelachtig

Signaalwoorden: 
ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus, daarom, kortom, mijn conclusie is
 




Slide 3 - Diapositive

Argument
* Onderbouwt een standpunt

* Te herkennen aan signaalwoorden :
omdat, immers, namelijk, want, aangezien, doordat

Slide 4 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging



  • Met een tegenargument ontkracht je een standpunt


  • Met een weerlegging ontkracht je een argument

Slide 5 - Diapositive

Standpunt
Argument
Tegenargument
Ik ga in maart zeker stemmen.
Ze luisteren in Den Haag toch niet naar ons.
Ik wil laten horen wat ik vind van de aanpak van de coronacrisis.

Slide 6 - Question de remorquage

Geef een argument VOOR de stelling: "Wij moeten nooit meer online les krijgen."

Slide 7 - Question ouverte

Geef een argument TEGEN de stelling: "Wij moeten nooit meer online les krijgen."

Slide 8 - Question ouverte

"De school moet pas om tien uur beginnen."
Bedenk een feitelijk argument.

Slide 9 - Question ouverte

feitelijke argumenten
Degene die de uitspraak doet, claimt dat hij waar, waarschijnlijk of aannemelijk is.

Je moet niet roken, omdat je dan slechte stoffen in je lijf pompt. 

Slide 10 - Diapositive

"Pindakaas mag voortaan alleen nog in plastic potten verkocht worden".
Bedenk een waarderend argument.

Slide 11 - Question ouverte

waarderende argumenten
Niet-feitelijke uitspraken:
* Of iets goed of slecht is
* Of iets mooi of lelijk is
* Of iets waardevol of waardeloos is
* Of iets wenselijk of onwenselijk is
* Of iets gepast of ongepast is

Slide 12 - Diapositive

Argument
Standpunt
Weerlegging
Tegenargument

Slide 13 - Question de remorquage

Leerlingen nemen aan het eind van de dag niet meer zo veel op. We kunnen dus het best de laatste uren op school afschaffen.

1 Wat is standpunt? Bedenk een tegenargument
2. Wat is argument? Bedenk een weerlegging

Slide 14 - Question ouverte

Bijvoorbeeld
A.  Standpunt: 
       We kunnen het best de laatste uren afschaffen.


B.  Argument: 
       Leerlingen nemen aan het eind van de dag niet meer zo veel  op.

B1. Weerlegging: 
       Er zijn ook leerlingen die langzaam op gang komen en die nemen  juist de tweede helft van             de schooldag meer op.

A1.  Tegenargument: 
       Als we de laatste uren afschaffen, krijgen de leerlingen   te weinig les.




Slide 15 - Diapositive

soorten argumenten 

Slide 16 - Diapositive

Verschillende soorten argumenten
1. controleerbare  feiten of onderzoek
2. ervaring (empirisch argument)
3. gezag of autoriteit
4. vergelijking (analogie)
5. voorbeelden
6. nuttige of gewenste gevolgen
7. ongewenste gevolgen
8. veronderstelling of vermoedens
9.persoonlijke overtuiging of geloof (moreel argument)
10. emoties (emotioneel argument) 

Slide 17 - Diapositive

Controleerbare feiten of onderzoek
Je moet 1,5 meter afstand houden om de verspreiding van het nieuwe coronavirus te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat virussen na een hoest ongeveer een meter afstand afleggen in de lucht. 

Slide 18 - Diapositive

Gezag of autoriteit
Een mondkapje gebruiken tegen het coronavirus is volgens Jaap van Dissel alleen handig wanneer je precies weet hoe je het kapje moet gebruiken.

Slide 19 - Diapositive

Vergelijking (analogie)
Een heel land in isolatie plaatsen is helemaal niet nodig. Kijk maar naar Zweden, daar leeft iedereen gewoon door en dat gaat goed.

Slide 20 - Diapositive

Voorbeelden
Nooit meer een 1,5 meter afstand houden. Nooit meer verplicht thuis blijven. Dat zou prachtig zijn. Waneer er een vaccin tegen corona is, laat ik me direct inenten.

Slide 21 - Diapositive

Nuttige of gewenste gevolgen
De maximumsnelheid op de Nederlandse snelwegen moet omlaag. Dat zorgt voor aanzienlijk minder stikstof in de lucht. 

Slide 22 - Diapositive

Ongewenste gevolgen
Je moet niet harder dan 130 kilometer per uur rijden op de snelweg, want dan krijg je een hoge stikstof uitstoot.

Slide 23 - Diapositive

Veronderstellingen of vermoedens
Stacy zit volgens mij volgend jaar helemaal niet in Australië. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ze dit jaar slaagt voor haar examens. 

Slide 24 - Diapositive

vermoedens
feit
vergelijking
emotie
Ajax wordt volgens mij dit jaar geen kampioen. Ik kan me niet voorstellen dat dat met dit elftal mogelijk is.
want voor een boete moet ik minstens vijf uur werken
Kijk maar naar de verkoop van drank, die is door de prijsverhoging ook niet afgenomen.
want tijdens het lezen stroomden de tranen over mijn wangen

Slide 25 - Question de remorquage

argumentatie / redenering

Het standpunt en het geheel van argumenten dat het standpunt ondersteunt (argumenten) of ontkracht (tegenargumenten).


Slide 26 - Diapositive

argumentatieschema
Een argumentatieschema geeft de aard aan van het verband tussen een standpunt en een argument.


Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

feit/onderzoek

controleerbaar en/of op basis van wetenschappelijk onderzoek
vermoeden ervaring (empirisch)

eigen ervaringsfeit / ervaring mag niet incidenteel zijn (dus meerdere malen)
autoriteit (gezagsargument)

beroep doen op deskundige of wetenschapper of  (onderzoeks)rapport. Deskundige is betrouwbaar.
vergelijking

vergelijking maken om iets aan te tonen. Maar geen appels met peren vergelijken.
voorbeelden

een of meer voorbeelden die het standpunt ondersteunen of illustreren
oorzaak > gewenst gevolg

gewenst gevolg als argument gebruiken. Alleen als het gebaseerd is op feiten en onderzoek.
oorzaak > ongewenst gevolg

ongewenst gevolg gebruiken als argument. Alleen als het gebaseerd is op feiten en onderzoek.
vermoedens

argument gebaseerd op veronderstelling of vermoeden. Alleen vermoeden is gebaseerd op algemeen aanvaard  wetenschappelijke onderzoek.
persoonlijke overtuiging

argument ontleend aan persoonlijke overtuiging / religie of overtuiging. Is subjectief, dus niet sterk.
emotie

Argument gebaseerd op emotie of intuïtie. Is zeer persoonlijk en dus zeer subjectief.

Slide 29 - Diapositive

Met wat voor soort argument hebben we hier te maken?

"In Nederland zal onderzoek moeten worden gedaan naar matchfixing ,
want in andere Europese landen vindt dit onderzoek ook plaats."

Slide 30 - Question ouverte

Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Van welk argumentatieschema is sprake?
Standpunt
Argument 1
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 31 - Quiz

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 32 - Quiz

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 33 - Quiz

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn..
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 34 - Quiz

Met wat voor soort argument hebben we hier te maken?

Als we niet blijven bezuinigen, zal de Nederlandse staat de komende vijftig jaar niet meer uit de schulden komen."

Slide 35 - Question ouverte

De EHEC-bacterie verspreidt zich razendsnel via groenten. Inmiddels zijn er al heel wat mensen overleden aan de EHEC-bacterie. Die EHEC-bacterie is dus levensgevaarlijk.
Wat is hier het standpunt?

Slide 36 - Question ouverte

signaalwoorden
standpunt > argument
want / aangezien / immers / omdat / namelijk

argument > subargument
want / immmers / omdat / namelijk

argument > standpunt
dus / derhalve / daarom / vandaar / daardoor

Slide 37 - Diapositive

standpunt > argument
want / aangezien / immers / omdat / namelijk

Bedenk een voorbeeld

Slide 38 - Question ouverte

argument > subargument
want / immmers / omdat / namelijk

Bedenk een voorbeeld

Slide 39 - Question ouverte

argument > standpunt
dus / derhalve / daarom / vandaar / daardoor

Bedenk een voorbeeld

Slide 40 - Question ouverte

argumentatiestructuur


Een weergave (blokschema) van de wijze waarop in een tekst  argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Sommige planken zijn verrot. Je kunt de schimmel erin zien zitten. Bovendien zijn de bovenste planken verkleurd omdat de zon afgelopen zomer zo hard heeft geschenen. Daarom kunnen we de schutting net zo goed vervangen. .
A
B
C

Slide 43 - Quiz

Over het algemeen wordt deze toets zal goed gemaakt. De stof is niet zo ingewikkeld, maar het is ook niet zoveel. Je hoeft slechts een handjevol argumentatieschema's en drogredenen te onthouden.
A
B
C

Slide 44 - Quiz

Ik ben absoluut niet fit. Ik denk dat ik naar huis ga. Daar kan ik tenminste slapen, omdat niemand me daar stoort. Ik woon alleen.
A
B
C

Slide 45 - Quiz

De laatste opdracht heb je zo gedaan. De structuur van deze redenering is niet zo ingewikkeld. Je bent dus bijna klaar met oefenen.
A
B
C

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Vidéo

Zet de argumentatie in een blokjesschema

Uit onderzoek van California State University blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis. Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook. Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.
timer
3:00

Slide 48 - Diapositive

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Uit onderzoek van California State University blijkt dat intensief gebruik van sociale media kan leiden tot een persoonlijkheidsstoornis.
Het lijkt me daarom een goed idee om minder tijd te besteden aan Facebook.
Bovendien zijn er leukere dingen in het leven dan selfies posten.

Slide 49 - Question de remorquage

In de vorige dia was er sprake van welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Slide 50 - Quiz