Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Economie || 2024-2025
Hoofdstuk 5 - Is er werk voor jou?
Slide 1 - Diapositive
Programma
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Welke arbeidsmotieven hadden we ook alweer?
Slide 3 - Question ouverte
Arbeidsmotieven
Redenen om te werken noem je arbeidsmotieven.
Voorbeelden van arbeidsmotieven zijn:
geld verdienen
nuttig en zinvol bezig zijn
contact met andere mensen hebben
regelmaat in je leven hebben
nieuwe dingen leren
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Opgave 15
Slide 7 - Diapositive
Uitwerking vraag 15
a 1 € 1.934 × 12 ÷ 52 = € 446,31
2 € 1.934 ÷ 40 × 24 = € 1.160,40
b 1 € 3.459,45 × 12 ÷ 52 = € 798,33
2 € 798,33 ÷ 36 = € 22,18
Slide 8 - Diapositive
H5.2
Wat voor ondernemingen?
Slide 9 - Diapositive
Aan het einde van de les
kun je de productiesectoren benoemen
kun je beschrijven wat arbeidsverdeling is
kun je de verschillende ondernemingsvormen beschrijven
Slide 10 - Diapositive
Welke soort bedrijven zijn er allemaal waar je kunt werken?
Slide 11 - Carte mentale
Elk bedrijf z'n eigen sector
Productie en arbeid kun je in verschillende
productiesectoren indelen:
primaire sector
landbouw, visserij, winning van grondstoffen
secundaire sector
industrie, bouw, ambachten (bakker, slager)
tertiaire sector
commerciële dienstverlening
quartaire sector
niet-commerciële dienstverlening
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Ieder een eigen taak
Slide 14 - Diapositive
Aan de slag
Maken 2.7
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd
Slide 15 - Diapositive
www.cbs.nl
Slide 16 - Lien
Werken voor jezelf
Je kunt werknemer zijn, je bent dan in loondienst bij een werkgever.
Je kunt ook als zelfstandig ondernemer werken.
Een zelfstandige verdient zijn inkomen met zijn eigen bedrijf.
Veel zelfstandigen hebben een eenmanszaak.
Een zelfstandige zonder personeel is een zzp’er.
Slide 17 - Diapositive
Wie zou later eigen baas willen worden? In wat voor sector zou je eigen baas willen worden?
Slide 18 - Question ouverte
Heb je zekerheid?
Vaste baan
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
ontslagbescherming
veel zekerheid
Flexibele baan
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd = tijdelijke baan
werk als oproepkracht of werk viauitzendbureau
weinig zekerheid
Slide 19 - Diapositive
Zelfstandig ondernemer
Je kunt ook als zelfstandig ondernemer werken. Je verdient je inkomen met je eigen bedrijf.
Ongeveer 13% van alle werkenden zijn zelfstandigen.
Zij hebben een eigen onderneming.
De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen.
Een deel van deze ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp’er (zelfstandige zonder personeel)
Slide 20 - Diapositive
Wat is het verschil tussen werken in loondienst en als zelfstandige?
Loondienst (werknemer)
arbeidsovereenkomst
loon en vakantiedagen en vakantiegeld
bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid een vangnet
Zelfstandige
de winst is hun inkomen
Slide 21 - Diapositive
Ondernemingsvormen
Als je zelfstandig ondernemer bent, moet je een ondernemingsvorm kiezen.
Veel voorkomende ondernemingsvormen zijn:
Eenmanszaak
Vof (vennootschap onder firma)
Bv (= besloten vennootschap)
Nv (= naamloze vennootschap)
Slide 22 - Diapositive
Eenmanszaak
Eenmanszaak = er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 23 - Diapositive
Vennootschap onder Firma (VOF)
Vof (vennootschap onder firma) = er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 24 - Diapositive
Kom je in de schulden?
Als de eenmanszaak of VOF failliet gaat dan zijn de eigenaren aansprakelijk. Het kan dus zijn dat ze de schulden moeten betalen met hun privé vermogen (spaargeld).
Slide 25 - Diapositive
Inkomstenbelasting
Voor de eigenaars van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen.
Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen.
Slide 26 - Diapositive
Aandelen
Als je een aandeel koopt koop je een stukje van een bedrijf. Je wordt dan mede-eigenaar.
De waarde kan omhoog en omlaag gaan.
Als mede-eigenaar mag je meebeslissen en je krijgt een stuk van de winst (dividend).
Als je aandelen bezit ben je een aandeelhouder.
Aandelen worden uitgegeven om te kunnen investeren.
Slide 27 - Diapositive
BV en NV
Besloten vennootschap (BV)
Bij een besloten vennootschap worden er aandelen uitgegeven.
De aandelen van een BV mogen niet zomaar verhandeld worden.
Naamloze vennootschap (NV)
Bij een naamloze vennootschap worden er aandelen uitgegeven.
De aandelen van een NV worden verhandeld op de effectenbeurs. Iedereen kan een aandeel kopen.
bv's en nv's betalen over hun winst vennootschapsbelasting
De winst die overblijft kan worden uitgekeerd als dividend of gebruikt worden in de bedrijfsvoering
Slide 28 - Diapositive
Samengevat
Als je zelfstandig ondernemer bent, moet je een ondernemingsvorm kiezen.
Veel voorkomende ondernemingsvormen zijn:
Eenmanszaak
Vof (vennootschap onder firma)
Bv (= besloten vennootschap)
Nv (= naamloze vennootschap)
Slide 29 - Diapositive
En goede doelen dan?
Een goed doel kiest een andere ondernemingsvorm. Namelijk een stichting.
Een stichting is opgericht om een bepaald doel te bereiken.
Een stichting komt aan geld door subsidies en donateurs.