- Ik kan relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte documenten
- Ik kan belangrijke feitelijke informatie begrijpen in artikelen
- Ik weet hoe ik over de toekomst moet praten met ‘’will’’ en kan dit toepassen in de zin
- Ik leer woorden over: ‘Economy’ (25)
- Ik leer extra woorden over: ‘Linking words’ (11)
- Ik controleer of ik de paragraaf goed heb begrepen