Hoofdstuk 12 cijferen

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

planning
 
  • 12.1 optellen en aftrekken 
  • sommen maken
  • 12.2 vermenigvuldigen
  • sommen maken 
  • 12.3 delen
  • sommen maken

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

345 + 837 =

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

912- 555 =

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

834 x 52 =

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Reken de volgende som uit in je rekenschrift. maar hier een foto van.
768 : 3 =

Slide 18 - Question ouverte

Reken de volgende som uit in je rekenschrift. maar hier een foto van.
2580 : 12 =

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 29 - Question ouverte

1254 + 567 =

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Hoeveel auto's had Opel meer verkocht dan Kia?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Maak een foto in je rekenschrift van jouw berekening bij vraag 8

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

902 x 54 =

Slide 38 - Question ouverte

Slide 39 - Diapositive

Laat je berekening zijn bij de vorige som.

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Op het vraagteken hoort te staan:

Slide 42 - Question ouverte

Vraag 12.
20 kaartjes voor het concert kosten 1316 euro. Hoeveel kost 1 kaartje?

Slide 43 - Question ouverte

Slide 44 - Diapositive

Exit ticket

Slide 45 - Diapositive

Heb je extra uitleg nodig?
A
Ja
B
Nee
C
Beetje
D
Het lukt wel met hulp van papa/mama/klasgenoten

Slide 46 - Quiz