Evenredigheden vrij diff

Evenredigheden
herhaling RE-OE-NE
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
Secundair onderwijs

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Evenredigheden
herhaling RE-OE-NE

Slide 1 - Diapositive

Hoofdeigenschap evenredigehden

Slide 2 - Diapositive

Vul aan...
A
a.b=c.d
B
a.d=b.c
C
a.d = c.d
D
a.d=c.d

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Toepassing hoofdeigenschap
onbekende berekenen

Slide 5 - Diapositive

Los op.

Slide 6 - Question ouverte

Los op.

Slide 7 - Question ouverte

Toepassing hoofdeigenschap
Formules omvormen

Slide 8 - Diapositive

Vorm de formule om naar h

Slide 9 - Question ouverte

RE-OE-NE

Slide 10 - Diapositive


A
RE
B
OE
C
NE

Slide 11 - Quiz

Welke grafiek hoort er bij deze tabel?
A
rechte door de oosprong
B
hyperbool
C
parabool
D
geen enkele

Slide 12 - Quiz

Bereken de evenredigheids-factoren.

Slide 13 - Question ouverte


A
RE
B
OE
C
NE

Slide 14 - Quiz

Welke grafiek hoort er bij deze tabel?
A
rechte door de oosprong
B
hyperbool
C
parabool
D
geen enkele

Slide 15 - Quiz

Bereken de evenredigheids-factoren

Slide 16 - Question ouverte


A
RE
B
OE
C
NE

Slide 17 - Quiz

Welke grafiek hoort er bij deze tabel?
A
rechte door de oosprong
B
hyperbool
C
parabool
D
geen enkele

Slide 18 - Quiz

Bereken de evenredigheids-factoren

Slide 19 - Question ouverte

RE-OM: vraagstukken

Slide 20 - Diapositive

In een winkel koopt opa  125 gram kaas voor €1,38.
Hoeveel kost het voor 1,5 kg van dezelfde kaas?

Slide 21 - Diapositive

Stappenplan
1. Stel x = ...
2. Maak een tabel
3. RE of OE  
4. Stel evenredigheid op
Stappenplan
Stap 1: Stel x = ...

Slide 22 - Diapositive

In een winkel koopt opa  125 gram kaas voor €1,38.
Hoeveel kost het voor 1,5 kg van dezelfde kaas?
Stel x = 

Slide 23 - Diapositive

Waaraan stellen we x gelijk?

Slide 24 - Question ouverte

In een winkel koopt opa  125 gram kaas voor €1,38.
Hoeveel kost het voor 1,5 kg van dezelfde kaas?
Stel x = kostprijs 1,5 kg kaas 

Slide 25 - Diapositive

Stappenplan
1. Stel x = ...
2. Maak een tabel
3. RE of OE  
4. Stel evenredigheid op
Stappenplan
Stap 1: Stel x = ...
Stap 2: Maak een tabel

Slide 26 - Diapositive

Wat weten we al?

Slide 27 - Question ouverte

In een winkel koopt opa  125 gram kaas voor €1,38.
Hoeveel kost het voor 1,5 kg van dezelfde kaas?
Stel x = kostprijs 1,5 kg kaas 
kaas (gr)
125
1500
prijs (€)
1,38
???

Slide 28 - Diapositive

Stappenplan
1. Stel x = ...
2. Maak een tabel
3. RE of OE  
4. Stel evenredigheid op
Stappenplan
Stap 1: Stel x = ...
Stap 2: Maak een tabel
Stap 3: RE of OE

Slide 29 - Diapositive

Is er hier sprake van een RE of OE grootheid?
A
RE
B
OE

Slide 30 - Quiz

Wat is er constant bij REG?
A
product
B
quotiënt
C
niets

Slide 31 - Quiz

Stappenplan
1. Stel x = ...
2. Maak een tabel
3. RE of OE  
4. Stel evenredigheid op
Stappenplan
Stap 1: Stel x = ...
Stap 2: Maak een tabel
Stap 3: RE of OE
Stap 4: Stel evenredigheid op (quotiënt of product?)

Slide 32 - Diapositive

Welke evenredigheid kan je opstellen?

Slide 33 - Question ouverte

In een winkel koopt opa  125 gram kaas voor €1,38.
Hoeveel kost het voor 1,5 kg van dezelfde kaas?
Stel x = kostprijs 1,5 kg kaas 
kaas (gr)
125
1500
prijs (€)
1,38
???
Evenredigheid : 
125/1,38=1500/x

Slide 34 - Diapositive

Los de evenredigheid op.
Hoeveel kost 1,5 kg kaas?

Slide 35 - Question ouverte

En nu jij...
oef 1 pg 24
oef 3 pg 24
oef 5 pg 25
oef 6 pg 25
Klaar?
Maak de rest van de oefeningen

Slide 36 - Diapositive

Toepassingen REG

Slide 37 - Diapositive

Hoe hoog (in m) is het Panthenon als je weet dat de hoogte in mini-Europa 56cm is (schaal 1/25)?

Slide 38 - Question ouverte

Hoe hoog (in cm) is de toren van Pisa in mini-Europa als hij in werkelijkheid 55m is (schaal 1/25)?

Slide 39 - Question ouverte

De grafiek die bij een REG hoort is een....
A
Rechte door de oorsprong
B
parabool
C
hyperbool
D
Geen van bovenstaande

Slide 40 - Quiz

De grafiek die bij een OEG hoort is een....
A
Rechte door de oorsprong
B
parabool
C
hyperbool
D
Geen van bovenstaande

Slide 41 - Quiz

De grafiek die bij een NEG hoort is een....
A
Rechte door de oorsprong
B
parabool
C
hyperbool
D
Geen van bovenstaande

Slide 42 - Quiz

RE-OE-NE?
A
RE
B
OE
C
NE

Slide 43 - Quiz

RE-OE-NE?
A
RE
B
OE
C
NE

Slide 44 - Quiz

Bereken de snelheid
A
RE
B
OE
C
NE

Slide 45 - Quiz

Bereken de snelheid

Slide 46 - Question ouverte

Oef 3 pg 30 onderaan:
Hoeveel pagina's gaan er over buitenlands nieuws?

Slide 47 - Question ouverte

Oef 4 onderaan pg 31:
Hoeveel procent volgt moderne talen?

Slide 48 - Question ouverte


Slide 49 - Question ouverte