Les BGER GPM 16-02

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Programma lesweek 4 Blok 3

- Woordenlijst

Expert les observeren

- Zelfstandig werken

- Samen een oefentoets maken 2D (op het digibord)

Lesdoelen

- Ik ken de begrippen uit de woordenlijst van blok 3

- ik ken de begrippen observeren en rapporteren

- Ik weet het verschil tussen objectief en subjectief observeren

- Ik heb actief gewerkt aan het verzamelen van bewijzen voor de bewijsmap van blok 3 of gewerkt aan de herkansing van Blok 2

- Ik heb een beginsituatie van een beroepstaak beschreven en / of de beginsituatie van de beroepstaak 2D beschreven

- Ik snap hoe je een oefentoets het beste kan maken

Huiswerk

- H4 Observeren + H 11 doornemen en leren

- Andere theorie lezen en leren voor de toets

- Verder werken aan de bewijsmap

Tips bewijsmap

- Voeg bewijzen toe, bijvoorbeeld een voorbeeld van een dagindeling, een leeg observatieformulier, een ingevuld activiteitenformulier of methodisch stappenplan

- Schrijf alles in eigen woorden! Dus de bestudeerde theorie in eigen woorden schrijven

- Gebruik het beoordelingsformulier als checklist

- Reflectieschrift/ dagboek

Observeren

Rode Boek H4 observeren blz. 75-93

Pedagogisch Kader 0-4 jaar H11 blz. 109-117

https://expertisecentrumkinderopvang.nl/images/pedagogische-kaders/boek_peka_kindercentra_0-4.pdf

Observeren

Bewust, doelgericht, systematisch ( volgens een vooraf opgesteld plan) waarnemen van gedrag

Waarnemen= heel goed naar iets of iemand kijken

Rapporteren

Observatieverslag

Duidelijk schrijven wat je geobserveerd hebt

Objectief observeren

Waarnemen zonder oordeel, gevoel, verklaring of betekenis. Alleen opschrijven wat je daadwerkelijk ziet (=waarneembaar gedrag)

Subjectief observeren

Je neemt gedachten, gevoelens en meningen mee in de observatie. Je geeft je eigen interpretatie (betekenis) aan wat je waarneemt

Waarnemen en observeren is hetzelfde

1. Ja
2. Nee

Drie situaties

Opdracht

Schrijf op wat je waarneemt

Observatiemethodes

• Open observatie: je schrijft alles op wat je waarneemt
• Gesloten observatie: doel van de observatie staat vast en op welk gedrag de observatie gericht is
• Participerend observeren: Je bent zelf een deelnemer tijdens de observatie
• Niet participerende observatie: Tijdens de observatie alleen een toeschouwer
• Gestructureerde observatie: Observatieformulier/ observatieschema
• Ongestructureerde observatie: Gedrag van de persoon wordt geobserveerd aan de hand van de vraagstelling 

www.facebook.com

Bespreek in tweetallen wat je ziet!

Noteer je bevindingen op het bord

Oefentoets 2D

Gezamenlijk 

Beginsituatie

Schrijf de beginsituatie uit, doe dat aan de hand van een interview met een klasgenoot. 

Beantwoord de volgende vragen: 

Beginsituatie (uit de praktijk) uitgewerkt per beroepstaak

1. Wanneer was de situatie?

2. Waar speelde de situatie?

3. Wat gebeurde er?

4. Wie waren erbij aanwezig?

5. Wat was de uitdaging die je moest oplossen?

6. Welke oplossing heb je gekozen?

7. Wat was het gevolg van die keuze?

8. Wat zou je een volgende keer anders of beter willen doen?

9. Wat wil je leren of kunnen in deze situatie?

Evaluatie lesdoelen