Lesweek 3 module 3 BGM

• Basiszorg
• MBO
• Studiejaar 1

Lesweek 3 Les 5 Beroepsgerichte Module 

Het kind in zijn ontwikkeling 

Wat is de ontwikkelingsbehoefte van het kind/kinderen en op welke moment zou je kunnen observeren om nog meer info te krijgen?

Lesdoelen:

• Je weet het doel en de waarde van een observatie 
• Je weet wat een observatieplan is en hoe je deze maakt
• Je leert verschillende observatiemethoden 

Inhoud 

• Terugblik vorige les
• Uitleg observeren, objectief en subjectief
• Uitleg observatieplan en observatiemethoden  
• Oefening 
• Opbrengsten van de les 
• Volgende les 

Deelopdracht 1 deel 2: 

De student haalt relevante en aanvullende informatie uit een uitgevoerde observatie. 

Deze observatie wordt aan de hand van een observatieplan voorbereid.

Deze informatie wordt objectief gerapporteerd, in de beginsituatie beschreven en van feedback voorzien door de praktijkbegeleider en twee medestudenten. 

Observeren: 

Een bewuste waarneming met een gericht doel. 

Je observeert met een observatieplan. 

             

Je gaat naar een kind of groepje kinderen kijken zonder al redenen te bedenken waarom het kind/kinderen bepaald gedrag vertoont. 

Geen conclusie, alleen waarneembaar gedrag.

Hoe observeer je?

Een observatie doe je altijd objectief 

Objectief: gebaseerd op feiten, zonder oordeel. Wat zie je letterlijk?

Subjectief: gebaseerd op meningen, met oordeel. Wat zie je en wat vind je daarvan?

Objectief 

Subjectief

Objectief

Subjectief

Objectief

Ik zie een blauwe speelgoedauto

Het kind kijkt naar het boek

Ik zie een mooie tekening

Het kind is boos

Het kind pakt een kleurpotlood

Benoem 1 objectieve observatie

Stap 1: Beginsituatie 

De reden waarom je gaat observeren

Stap 2: Gegevens kind/kinderen 

Geef een korte omschrijving van het kind/kinderen dat je gaat observeren

Stap 3: Observatiedoel

Wat is het doel van de observatie? Wie, welk gedrag, en in welke situatie ga je observeren?

Observatieplan

Stap 4: Observatiemethoden 

Kwantitatief of kwalitatief?

Kwantitatief observeren 

Gedragsinterval: hoe vaak komt een bepaald gedrag voor (turflijst)

Tijdsinterval: steeds vier minuten observeren

Kwalitatief observeren:

Open observatie: Alles opschrijven wat je op dat moment waarneemt

Gesloten observatie: Je weet precies wel gedrag je gaat observeren en je turft hoe vaak dit gedrag voorkomt.

Participerende observatie: Je doet tijdens de observatie mee (bijv. meespelen)

Niet-participerende observatie: Je bent alleen een toeschouwer

Gestructureerde observatie: Je weet precies hoe je de observatie vastgelegd (observatieschema)

Ongestructureerde observatie: De informatie kan tijdens of na de observatie genoteerd worden. Je maakt een beschrijvend verslag

Opdracht observatieplan: 

• Maak tweetallen, zelfde profiel samen 
• Lees de casus en vul alle onderdelen van het observatieplan in
• Verbeter de subjectieve observaties naar objectieve observaties

Wat vond je lastig aan het observatieplan? Waar wil je nog meer over weten of mee oefenen?

Wat heb je deze les geleerd?

• Weet je het doel en de waarde van een observatie 
• Weet je wat een observatieplan is en wat je erin moet zetten? 
• Heb je verschillende observatiemethodes geleerd?

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Belangrijk, deze week observeren en anders na de carnavalsvakantie. 14 maart de tweede les moet je geobserveerd hebben, dan ga je feedback krijgen van de medestudenten. Deelopdracht 1 inleveren in canvas zondag 16 maart

Volgende les:

Oefenen met objectief observeren en rapporteren, observatie uitvoeren en feedback door stagebegeleider. 

Lesweek 2 Les 6 Beroepsgerichte Module 

Het kind in zijn ontwikkeling 

Voor de vakantie heb je een beginsituatie opgesteld. Wat was deze? Je hebt een observatie gedaan of ga je dit nog doen? Beschrijf dit kort in je antwoord

Wat weet je nog van de vorige les?

Welke uitspraak is objectief? 

1. Het kind kijkt naar het boek en lijkt het interessant te vinden.
2. Het kind is verdrietig omdat het niet mee wil doen aan de activiteit.
3. Het kind pakt een kleurpotlood en begint op papier te tekenen.
4. Het kind is vrolijk en heeft plezier tijdens het spelen.

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat is een belangrijk kenmerk van participerende observatie?

1. De onderzoeker kijkt van een afstand zonder in te grijpen
2. De onderzoeker maakt gebruik van een computer om alles te registreren
3. De groep weet niet dat ze geobserveerd worden
4. De onderzoeker doet alsof hij of zij onderdeel is van de groep die wordt bekeken

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat is het verschil tussen een open en een gesloten observatie?

1. Bij een open observatie schrijf je alles op wat er gebeurt, bij gesloten niet
2. Bij een gesloten situatie kijk je naar een kind afgezonderd van andere kinderen, bij open niet

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat is een voordeel van een gestructureerde observatie?

1. De onderzoeker heeft volledige vrijheid om alles te observeren
2. De gegevens kunnen makkelijker geanalyseerd worden door het gebruik van een schema
3. De onderzoeker kan zich beter inleven in de groep die wordt geobserveerd
4. De observatie vindt altijd plaats in een natuurlijke omgeving

Lesdoelen:

• Je weet hoe je objectief kan observeren 
• Je kan de resultaten van een observatie objectief rapporteren 
• Je gaat op stage observeren of hebt dat al gedaan 

Inhoud 

• Terugblik vorige les 
• Oefenen objectief observeren 
• Oefenen objectief rapporteren 
• Deadline deelopdracht 1
• Opbrengsten van de les 
• Volgende les 

Objectief: gebaseerd op feiten, zonder oordeel. Wat zie je letterlijk?

Kwalitatief observeren:

- Open observatie: Alles opschrijven wat je op dat moment waarneemt

- Niet-participerende observatie: Je bent alleen een toeschouwer

- Ongestructureerde observatie: De informatie kan tijdens of na de observatie genoteerd worden. Je maakt een beschrijvend verslag

Opdracht:

Kwalitatieve observatie: open, niet-participerend en ongestructureerd

 

- Twee vrijwilligers 

(1 speelt: de opdracht is moeilijk, 2 speelt: snel afgeleid)

- De rest van de studenten kiest 1 één vrijwilliger die zij gaan 5 min lang gaan observeren. 

- Je maakt een objectieve rapportage van het gedrag van de geobserveerde vrijwilliger. 

1. De objectieve rapportage af? 
2. Vergelijk met je buurman/vrouw 
3. Is de rapportage van je buurman/vrouw objectief?
4. Geef feedback en verbeter je rapportage indien nodig 

Nog geen observatie op stage uitgevoerd? Deze week moet je de observatie doen. Uiterlijk woensdag 12 maart. 

Ga aan de slag met het observatieplan als voorbereiding voor je observatie. 

Klaar? Begin maken aan deelopdracht 2

Zorg dat je de volgende les (vrijdag 2e les):

- Het feedbackformat die ingevuld is door je stagebegeleider meeneemt 

-  De beginsituatie meeneemt die is aangevuld met nieuwe informatie uit je observatie. 

Je gaat de volgende les namelijk feedback vragen aan twee medestudenten aan de hand van hetzelfde feedbackformat.

Deelopdracht 1 Zondag 16 maart Canvas

Wat lever je in voor deelopdracht 1:

1. De beginsituatie (mag via eigen creativiteit)
2. De voorbereiding van de observatie aan de hand van het observatieplan 
3. De (nieuwe) informatie vanuit de observatie 
4. Feedbackformat van je stagebegeleider 
5. Feedbackformat van twee medestudenten 

Alles in één verslag 

Vragen/opmerkingen/mededelingen over het inleveren van deelopdracht 1?

• Weet je hoe je objectief moet observeren?
• Weet je hoe je objectief kan rapporteren 
• Heb je op stage al geobserveerd of ga je dat deze week doen? 

Wat heb je deze les geleerd?

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Volgende les

Een ontwikkelingsgerichte activiteit plannen en voorbereiden