Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Budgetteren
economische dimensie
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
00:25
Ga jij goed met geld om? Leg uit waarom. In zinnen, dus geen losse woorden.
Slide 3 - Question ouverte
00:52
Met wie praat jij over geld? Waarom wel of niet? Geef antwoord in zinnen!
Slide 4 - Question ouverte
01:50
Volgende stukje is belangrijk. Luister goed naar de tips en kijk welke voor jou belangrijk zijn.
A
Oke, ik let op
Slide 5 - Quiz
02:10
Welke tips zijn voor jou handig?
Doel stellen: sparen
sparen: altijd geld opzij leggen
eten van thuis meenemen
Tweedehands spullen kopen
Slide 6 - Sondage
Waarom werk jij? Wat doe jij met je geld?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Wat zijn jouw vaste lasten?
Slide 9 - Carte mentale
Inkomsten en uitgaven
Je gaat straks een budget maken.
- Hoeveel komt er binnen?
- Hoeveel gaat eruit?
- Hoeveel aan vaste lasten?
- Hoeveel aan sparen?
- Over?
Slide 10 - Diapositive
Maak de opdracht
Budgetteren
Is deze klaar, sla je de opdracht op in je onedrive --> map burgerschap
Je mag het knippen en plakken in je burgerschapsverslag.
Slide 11 - Diapositive
studentlandstede.sharepoint.com
Slide 12 - Lien
Sla je budget op in je verslag. Hoeveel inkomsten heb jij per maand? Hoeveel uitgaven heb jij per maand?
Slide 13 - Question ouverte
Heb jij genoeg of kom je eigenlijk geld tekort? Waar zou jij op kunnen besparen?
Slide 14 - Question ouverte
Reflectie:
Geef duidelijk aan wat je hebt geleerd, wat je eerst niet wist en nu wel en wat je nog wilt weten voor later.
Ga je dit gebruiken in de toekomst? Waarom wel of waarom niet?
Slide 15 - Diapositive
Wat wist je niet en nu wel? Wat zou je nog meer willen weten? Ga je dit gebruiken in de toekomst? Waarom wel/ niet? Antwoord in zinnen, hoofdletters en punten.