2.3 De opbouw van de verzorgingsstaat

2.3 sociale zekerheid
De opbouw van de verzorgingsstaat
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

2.3 sociale zekerheid
De opbouw van de verzorgingsstaat

Slide 1 - Diapositive

Na de crisisjaren
Eind jaren '30: economische vooruitgang
Tot de Tweede Wereldoorlog
Na bevrijding: NL in puin, economie slecht
Nu geen afwachtende overheid: herstel NL en economie samen met bevolking doen
Wederopbouw

Slide 2 - Diapositive

Wederopbouw
Tijdens deze periode: regering met ruime meerderheid in parlement
Twee grootste partijen: KVP en PvdA samen met enkele kleine partijen: Rooms-rode coalitie -> dit liet zien dat samenwerken buiten de zuilen belangrijk was.


 

Slide 3 - Diapositive

Wederopbouw
Overheidsbemoeienis met economie
Lonen niet te veel laten stijgen -> minder dure producten -> veel verkoop aan buitenland -> meer verkoop = meer werkgelegenheid -> minder werkeloosheid
Groei economie in jaren '50, geholpen door het Marshallplan. Ook in Europa -> internationale handel met NL in voordeel door lage loonkosten en goedkope producten

Slide 4 - Diapositive

Werkverschaffing:
Vraag 1 t/m 6 maken 
2.3 Sociale zekerheid 

Slide 5 - Diapositive

Sociale verzekeringen
Na WO II meer dan alleen aandacht voor de economie.
Opnieuw aandacht voor armoede, ook uit angst.
Mensen zouden in hun nare situatie kunnen kiezen voor het communisme...
Vakbonden hadden lage lonen gesteund, mits er nieuwe sociale wetten zouden komen. 
Rol van de overheid was discussiepunt: moest zij voor uitkeringen zorgen (standpunt PvdA) of moest de overheid juist niet zomaar geld geven aan burgers?

Slide 6 - Diapositive

Sociale verzekeringen
Armoede onder ouderen moest snel worden aangepakt. 
1947: Rooms-rode coalitie komt met plan. 
Noodwet Ouderdomsvoorziening, tijdelijke wet door Willem Drees die dan minister van Sociale Zaken is.
Dit wordt gezien als begin van de verzorgingsstaat.

Slide 7 - Diapositive

Sociale verzekeringen
Begin jaren '50 verplichte sociale verzekeringen. 
Hoogte van premies waren afhankelijk van inkomen. 
Meer verdienen = meer betalen.
Geld van deze premies werd meteen gebruikt om uitkeringen te betalen van iedereen die dat nodig had. Dit doen we nog steeds zo. 

Dit is een vorm van solidariteit in de maatschappij, kenmerkend voor de verzorgingsstaat 

Slide 8 - Diapositive

Aan het werk:
Vraag 7 t/m 11 
2.3 Sociale zekerheid 

Slide 9 - Diapositive

Sociale voorzieningen 
Jaren '60 vorige eeuw verdere uitbouw verzorgingsstaat:
1966: WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering)
Sociale voorzieningen
De overheid betaalt deze voorzieningen. Wanneer er te weinig geld is om van te leven - door werkeloosheid, geen recht op uitkering uit sociale zekerheid.
1965: ABW (Algemene Bijstandswet)

Slide 10 - Diapositive

Sociale voorzieningen
Lonen stegen snel in de jaren '60 (werkgevers en werknemers bepaalden die nu)
Mensen gingen meer kopen -> goed voor economie en werkgelegenheid
Hogere lonen -> meer belastinggeld binnen
1959: ontdekking van enorm aardgasveld Groningen..

Slide 11 - Diapositive

Meer hulp
De verzorgingsstaat was niet alleen financieel. Overheid verbeterde ook de gezondheidszorg en het onderwijs

1983: Grondwetswijziging. Sociale grondrechten kwamen in de grondwet te staan. Deze wetten zorgen voor bescherming van de burgers door de overheid. Recht op werk, recht op gezondheidszorg, recht op bewoonbaarheid van het land, recht op rechtsbijstand.  
Herhaling grondwet: hier

Slide 12 - Diapositive