Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Vidéo
Is dit een serie- of parallelschakeling?
A
serie
B
parallel
Slide 5 - Quiz
Maak van de volgende schakeling een serieschakeling door de draadjes op de juiste manier te plaatsen. Let op: niet alle draadjes hoeven gebruikt te worden.
Slide 6 - Question de remorquage
Sleep de zin naar het juiste vak!
Juist
Onjuist
Bij de parallelschakeling heeft elk lampje zijn eigen stroomkring.
Bij de parallelschakeling zijn de lampjes achter elkaar geschakeld.
Als je in een parallelschakeling een lampje inschakelt, dan gaan alle lampjes branden.
Als in een parallelschakeling een lampje doorbrandt, dan blijven de andere lampjes branden.
Slide 7 - Question de remorquage
Geef van alle vier de onderstaande schakelingen aan of het een serie of een parallelschakeling is.
Serie
Parallel
Slide 8 - Question de remorquage
Een serieschakeling heeft een totale spanning van 20 V en een totale stroom van 2 A. bereken de vervangingsweerstand.
Slide 9 - Question ouverte
Een serieschakeling bestaat uit de volgende weerstanden R1 = 100 ohm, R2 = 200 ohm, R3 = 300 ohm. bereken de vervangingsweerstand
Slide 10 - Question ouverte
Een serieschakeling heeft een totale spanning van 20 V en een totale stroom van 2 A. bereken de vervangingsweerstand.
Slide 11 - Question ouverte
7. Geef nu antwoord op de onderzoeksvraag Welke regel geldt er voor de stroomsterkte in een serieschakeling?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is R2 in deze parallelschakeling?
Slide 13 - Question ouverte
3. Wat weet je van de stroom bij een parallelschakeling
Slide 14 - Question ouverte
Een parallelschakeling bestaat uit drie weerstanden met 33, 84 en 150 ohm. Bereken de vervangingsweerstand
Slide 15 - Question ouverte
Zoek op in je BINAS; Welke rekenregel gebruiken we voor de totale stroom in een parallelschakeling:
Slide 16 - Question ouverte
Parallelschakeling met weerstanden 1 = 10 Ω, 2 = 25 Ω, 3 = 50 Ω, 4=25 Ω Wat is de vervanging weerstand Antwoord alleen is voldoende
Slide 17 - Question ouverte
Maak van de volgende schakeling een parallelschakeling door de draadjes op de juiste manier te plaatsen. Let op: niet alle draadjes hoeven gebruikt te worden.
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is de wet van Ohm
A
E=P⋅t
B
E=U⋅I⋅t
C
I=tQ
D
R=IU
Slide 19 - Quiz
Hier zien we een schakeling die deels een parallelschakeling is en deels een serieschakeling. Hoe zouden we dit noemen?