H3 Schrijfvaardigheid 26: perspectief


Welkom 
havo 3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Welkom 
havo 3

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Terugblik schrijfvaardigheid 25
  3. Schrijfvaardigheid 26: perspectief
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Welke twee soorten personages onderscheiden we?

Slide 4 - Question ouverte

Waar of niet waar?
Bij typetjes zijn het karakter en het uiterlijk van het personage sterk met elkaar verbonden.

Slide 5 - Question ouverte

Doel: Je leert wat perspectief is en welke soorten perspectieven er zijn. 

Slide 6 - Diapositive

Perspectief
  • Een verhaal wordt altijd vanuit een bepaald gezichtspunt verteld.
  • Daarmee wordt bedoeld dat de lezer als het ware 'over de schouder' van iemand anders meekijkt.
  • Het vertelperspectief bepaalt in hoge mate hoe de lezer het verhaal ervaart. 


Slide 7 - Diapositive

Drie soorten vertellers
  1. Ik-verteller = de 'ik' is een personage in het verhaal en weet alleen dingen die hij zelf heeft meegemaakt of die hem door andere personages zijn verteld.
  2. Personale verteller = het verhaal wordt vanuit de derde persoon verteld: de 'hij' of de 'zij', deze 'hij' of 'zij' is een personage heeft alleen inzicht in zijn of haar eigen belevingswereld.
  3. Auctoriale verteller = deze verteller staat als het ware boven het verhaal en heeft inzicht in alle personages, in het heden, in het verleden en de toekomst, hij is alwetend: hij ziet, hoort, kent en weet alles.

Slide 8 - Diapositive

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 9 - Quiz

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 10 - Quiz

Van welk perspectief
is hier sprake?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
auctoriale verteller

Slide 11 - Quiz

Lees het fragment. Vanuit
wie wordt het verhaal verteld?
Wat is hier bijzonder aan?

Slide 12 - Question ouverte

Welk perspectief lijkt je het meest betrouwbaar en waarom?

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht maken
  • Maak opdracht 7 en 8 op pagina 109 van je boek. 
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur.
  • Je krijgt 10-15 minuten de tijd om aan deze opdrachten te werken.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen.

Slide 14 - Diapositive

Antwoorden opdracht 7 en 8
7 a De avonden heeft een personale verteller, Het diner is geschreven vanuit het ik-perspectief.
 b Bijvoorbeeld: Het diner is meteen veel persoonlijker waardoor ik me direct aangesproken voel. De avonden geeft juist meer informatie doordat de verteller ook ‘buiten het hoofd’ van de hoofdpersoon kan kijken.
 c Bijvoorbeeld:
 - Het was nog donker, toen ik, de held van de geschiedenis, in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, ontwaakte.
 - Ze gingen eten in het restaurant. Welk restaurant wilden ze niet zeggen, want dan zou het er de volgende keer waarschijnlijk vol zitten met mensen die kwamen kijken of zij er ook weer zaten.
8 De personale verteller kijkt mee over Peters schouder. Peter kan niet weten wat de inbreker eerder die avond heeft gedaan. De informatie dat de inbreker bij een klassiek concert is geweest, laat lezers plotseling meekijken over zijn schouder. Dit is een perspectieffout.


Slide 15 - Diapositive

Lesdoelcheck!
Welke drie vertelperspectieven zijn er?

Slide 16 - Question ouverte