2.2 Totalitarisme

Totalitarisme
2.2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Totalitarisme
2.2

Slide 1 - Diapositive

"Ik heb liever dat men mij trouw is uit angst dan uit overtuiging. Overtuigingen kunnen veranderen, angst blijft. "
Wie heeft dit gezegd?
A
Lenin
B
Hitler
C
Stalin
D
Mao

Slide 2 - Quiz

Welke term past het beste bij het willen beïnvloeden van het denken van burgers ?
A
democratie
B
dictatuur
C
monarchie
D
totalitaire staat

Slide 3 - Quiz

Stalinisme
  • 1928-1956
  • totalitaire staat
  • denken en doen van burgers volledig beheerst door de staat/Stalin
  • terreur hele bevolking
  • eerst boeren/ later communisten/ gewone burgers

Slide 4 - Diapositive

combineer de maatregel met de soort verandering
sociaal
cultureel
econo-
misch
religieus
politiek
geloof afgekeurd, kerk vervolgd
Stalin alle macht
kunst verheerlijkt communisme
industrialisatie en collectivisatie
controle leven burgers, wantrouwen samenleving,
strafkampen

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is NIET waar over het Stalinisme?
A
Voor een grapje over Stalin werd je al zwaar gestraft
B
Iedereen wist dat Stalin achter de executies en verbanningen zat
C
Stalins oude kameraden uit de tijd van Lenin werden werden gedood
D
Kinderen werden aangemoedigd hun ouders te verraden

Slide 6 - Quiz

Grote Terreur
  • 1934-1938
  • Stalin vestigt totalitaire dictatuur
  • (mogelijke) tegenstanders verbannen of gedood
  • Gevolgen:
  1. 4 - 8 miljoen doden
  2. 4 - 8 miljoen gedeporteerden
  3. hele samenleving in angst

Slide 7 - Diapositive

Welke reden voor de Grote Terreur hoort er NIET bij?
A
Stalin voelde zich bedreigd door Amerika en het westen
B
Stalin wilde afrekenen met critici in zijn partij
C
Stalin was achterdochtig, hij zag overal vijanden
D
Stalin wilde de absolute controle over zijn partij

Slide 8 - Quiz

De Grote Terreur begon met het oppakken van hooggeplaatste communisten. Hoe heet dit ook wel?
A
Grote Opruiming
B
Grote Schoonmaak
C
Grote Leegloop
D
Grote Zuivering

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Met welke middelen werd de Grote Terreur uitgevoerd? Eentje hoort er NIET bij.
A
showprocessen
B
snelrecht
C
vage bepalingen in het wetboek
D
goede rechtspraak

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

2

Slide 16 - Vidéo

01:16
Hoe past de veroordeling van deze vrouw in de tijd van de Grote Terreur?

Slide 17 - Question ouverte

02:21
Hoe was het volgens deze overlevende in een Goelagkamp?

Slide 18 - Question ouverte

Was de omvang van de veranderingen in het dagelijks leven groot of klein door de Grote Terreur?
A
groot: iedereen kon worden opgepakt
B
klein: niet iedereen werd opgepakt

Slide 19 - Quiz

Waarom kwam de Grote Terreur ten einde? 1 reden hoort er NIET bij
A
Het begon Stalins gezag aan te tasten
B
Stalin was omringd door meelopers
C
Stalin werd ziek en kon het niet meer aan
D
De WOII kwam eraan

Slide 20 - Quiz

Einde Grote Terreur
  • 1938/1939
  • redenen:
- Terreur tastte Stalins gezag aan
- Stalin omringt door meelopers
- WOII kwam eraan
  • Jezjov kreeg van Stalin de schuld > terechtgesteld
  • Gevolg WOII: officieren gedood > SU niet klaar voor oorlog 

Slide 21 - Diapositive

Noem 1 ding wat je het meest opviel

Slide 22 - Carte mentale

Extra vraag: Wat was de Grote Terreur?

Slide 23 - Question ouverte

Extra vraag: Wat waren de doelen van Stalins terreur?

Slide 24 - Question ouverte

Extra vraag: In hoeverre was Stalin een goede communist?

Slide 25 - Question ouverte

Samenvatting Grote Terreur
  • 1934-1938
  • Stalin vestigt totalitair regime > massale terreur bevolking
  • start:' zuiveringen' communistische partij
  • later: alle mogelijke 'vijanden'
  • straffen: vage redenen, schijnprocessen, executies, strafkampen
  • uitvoering: geheime dienst
 

Slide 26 - Diapositive