4.4 Op weg naar de totalitaire staat

Rusland wordt communistisch





4.4 Op weg naar de totalitaire staat
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Rusland wordt communistisch





4.4 Op weg naar de totalitaire staat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

Je kan uitleggen wat het Leninisme en Stalinisme inhoudt.


Je kan uitleggen de Sovjet-Unie een totalitaire staat werd.

 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen.
In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. 

Slide 4 - Diapositive

Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! Trotski verbannen en in opdracht van Stalin in 1940 vermoord
Stalin is als secretaris-generaal van de CCCP oppermachtig en vestigt een persoonlijke dictatuur

Slide 5 - Diapositive

Visie Marxisme:
De communistische revolutie wordt door de arbeidersklasse geleid.

Visie Leninisme:

De communistische revolutie wordt door de partij geleid.

Visie Stalinisme:
Communisme met één man als leider (Stalin zelf).

Slide 6 - Diapositive


Goelag

Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een Goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.
  • Iedereen die werd aangegeven bij de geheime politie kon ook familie zijn
     werd   zonder proces gevangengezet.


Slide 7 - Diapositive


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




  • De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het
     land!
  • Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 8 - Diapositive


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een
     oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen (onder Lenin én Stalin) stond de uitkomst al vast
     voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 9 - Diapositive

De Grote Terreur

  • Stalin zag overal tegenstanders (paranoide), vooral in mensen die een
     belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en
     veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 10 - Diapositive


Persoonsverheerlijking


  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het
     beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider:
     een vader voor het volk.
  • Dit heet persoonsverheerlijking (overal beelden, portretten van Stalin)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Stalinisme liep samen met de verheerlijking van de persoon Stalin
Het bracht ook de nodige kritiek met zich mee....

Slide 13 - Diapositive


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk, de staat bepaalt.


Slide 14 - Diapositive

Acht kenmerken totalitaire staat:

1)  Landsbelang staat boven individu
2) De leider is allesoverheersend
3) Eenpartijstelsel, geen parlementaire democratie
4) Massamedia: propaganda en
     censuur (controle op inhoud)
5) Jeugd wordt geïndoctrineerd 
     (moeten naar jeugdkampen)


6) Veel (leger)parades (militairisme)
7) IJzeren handhaving van de orde door geheime politie (terreur)
8) Onderdanen leven in permanente angst, zo oppositie uitsluiten (Goelags)


Kennen wij een hedendaags totalitair regime? 

Slide 15 - Diapositive

Video
Joseph Stalin als dictator van de Sovjet-Unie

(* zet via Youtube de ondertiteling aan om het makkelijker te kunnen volgen!)

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Begrippen uit deze les

Slide 18 - Diapositive

Personen uit deze les

Slide 19 - Diapositive

Jaartallen uit deze les

Slide 20 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les
hebt geleerd

Slide 21 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Question ouverte