1. In elk land is er een dominante cultuur. Omschrijf in je eigen woorden wat een dominante cultuur is.
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
1. In elk land is er een dominante cultuur. Omschrijf in je eigen woorden wat een dominante cultuur is.
Slide 1 - Question ouverte
2. Wat is het belangrijkste verschil tussen een dominante cultuur en een subcultuur?
Slide 2 - Question ouverte
3. Hoe merk je dat Nederland een pluriforme samenleving is?
Slide 3 - Question ouverte
4. Een stereotype kan leiden tot vooroordelen. Wanneer is dat het geval?
Slide 4 - Question ouverte
Nieuwkomers kunnen het door discriminatie moeilijker hebben op de arbeidsmarkt. 5. Geef een duidelijk voorbeeld van discriminatie bij het solliciteren.
Slide 5 - Question ouverte
6. Wat is het verschil tussen immigreren en emigreren?
Slide 6 - Question ouverte
Er komen ook mensen naar ons land vanwege gezinshereniging. Wat wordt daarmee bedoeld?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de meeste aanpassing van een nieuwkomer: segregatie of integratie?
Slide 8 - Question ouverte
Waarom zijn de meeste mensen voor gemengde wijken en gemengde scholen?
Slide 9 - Question ouverte
Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in NL
D
De cultuur van jongeren.
Slide 10 - Quiz
Welke van deze groepen mensen is een etnische subcultuur?
A
Bouwvakkers
B
Rooms-Katholieken
C
Italianen
D
Dak- en thuislozen
Slide 11 - Quiz
Waarom hebben kinderen van allochtonen soms een taalachterstand?
A
A. Ze worden gediscrimineerd.
B
B. Hun ouders spreken de Nederlandse taal soms maar matig.