1u/1t trede 3 adjectives

Goodmorning Class 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Goodmorning Class 

Slide 1 - Diapositive

How was your weekend

Slide 2 - Diapositive

Planning of today:
- Adjectives
- Describe the picture 
- Speaking 
- What is your favorite animal?
- Trede 3 words Blooket

Slide 3 - Diapositive

Aan het eind van deze les...

- kan ik de adjectives begrijpen, herkennen en toepassen.
- afbeeldingen beschrijven aan een ander.
- kan ik mijn favoriete dier beschrijven aan de hand van adjectives. 

Slide 4 - Diapositive

What is an adjective?
Een bijvoeglijk naamwoord, in het Engels adjective genaamd, omschrijft een zelfstandig naamwoord en staat ook meestal voor het zelfstandig naamwoord.

Enkele voorbeelden:
A nice house
A sharp knife
A cold winter
A fast car

Slide 5 - Diapositive

What is an adjective?
Sally is a clever girl
My friend is funny
  • An adjective: is a word that describes a noun. 
  • adjective = bijvoegelijk naamwoord

Slide 6 - Diapositive

What is an adjective? 
The quiet library is a great place to study.
She bought a beautiful dress for the party.
This restaurant serves delicious food.
I found a fascinating book to read.
The sun is shining brightly.

Slide 7 - Diapositive

Big
Small
Blue
Red
Smart
Beautiful
Funny
Fast
Slow
Loud
Quiet
Ugly
Dirty
Annoying
Difficult
Stupid
Lazy
Boring
Mean
Scary
Nasty
Sad

Slide 8 - Diapositive

the woman is happy.
Wat is de adjective?
A
woman
B
is
C
happy
D
the

Slide 9 - Quiz

 She sings really beautifully
Wat is de adjective?
A
she
B
beautifully
C
sings
D
really beautifully

Slide 10 - Quiz

She has green hair
Wat is de adjective?
A
she
B
hair
C
has
D
green

Slide 11 - Quiz

Sarah has a beautiful cat
wat is de adjective?
A
sarah
B
has
C
beautiful
D
cat

Slide 12 - Quiz

we live in a big city
wat is de adjective?
A
live
B
we
C
city
D
big

Slide 13 - Quiz

Jim is a funny guy
Wat is de adjective?

A
funny
B
is
C
guy
D
Jim

Slide 14 - Quiz

George has long hair
Wat is de adjective?
A
has
B
long
C
hair
D
george

Slide 15 - Quiz

This is a silly movie
Wat is de adjective?
A
movie
B
this
C
a
D
silly

Slide 16 - Quiz

Lees de woorden in de kennispoint. 
timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Describe what you see.
timer
2:00

Slide 18 - Diapositive

Describe what you see.
timer
2:00

Slide 19 - Diapositive

Describe what you see.
timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

Describe what you see.
timer
2:00

Slide 21 - Diapositive

Writing assignment

Doel: Schrijf een korte beschrijving van je favoriete dier met behulp van adjectieven om het dier interessanter te maken.

Slide 22 - Diapositive

Instructies:
Kies je favoriete dier om over te schrijven, bijvoorbeeld een kat, hond, vogel, olifant, of een ander dier dat je leuk vindt.
Gebruik adjectieven om het dier te beschrijven. Denk aan het uiterlijk, het gedrag, de kenmerken en waarom je van dit dier houdt.
Probeer minstens drie verschillende adjectieven te gebruiken in je beschrijving.
Wees creatief en gebruik adjectieven om het dier aantrekkelijk en boeiend te maken.
Beschrijf waarom dit dier je favoriet is en wat je er leuk aan vindt.
Schrijf een korte alinea van ongeveer 50-75 woorden om je favoriete dier te presenteren.
timer
20:00

Slide 23 - Diapositive

Schrijf 3 zinnen met adjective erin.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Lien

Have a nice day ! :)

Slide 26 - Diapositive