Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Grenzen en Identiteit
Slide 1 - Diapositive
D. toets AK
Boek Grenzen en Indentiteit:
H7 Grenzen in Nederland
Slide 2 - Diapositive
Welkom!
Deze LessonUp is een diagnostische oefentoets.
Je mag je boeken en aantekeningen gebruiken!
(alleen voor deze keer)
Je krijgt een cijfer maar telt niet mee!
Slide 3 - Diapositive
Wat is geen voorbeeld van participatie?
A
Boodschappen doen voor de buurvrouw
B
Naar school gaan
C
Buurtfeest organiseren
D
Bbq met de buren
Slide 4 - Quiz
De grens tussen Friesland en Groningen is een voorbeeld van een zachte grens.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Boven Maastricht vormt de Maas de kunstmatige grens tussen Nederland en België
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
De grenzen tussen Europese landen zijn sinds de oprichting van de EU veranderd van natuurlijke in kunstmatige grenzen.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
IJsland en Australië hebben alleen natuurlijke landsgrenzen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Jari zegt: ‘De sloop van de Berlijnse Muur is een voorbeeld van ontgrenzing.’
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Lang geleden rekenden staten hele zeeën tot hun territorium. Tegenwoordig is dat anders. In het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de territoriale zee en de EEZ (exclusieve economische zone)
Waarom is de territoriale zee en EEZ van Nederland groter dan die van Duitsland? Kies uit:
A
De Deense en Nederlandse EEZ nemen te veel ruimte in
B
De Duitse EEZ botst met die van het Verenigd Koninkrijk
C
De Duitse kustlijn is veel korter dan die van Nederland.
D
Duitsland heeft genoeg ruimte voor grote windmolenparken voor de eigen kust.
Slide 10 - Quiz
‘De grote belangen van de handel, de visserij en de grondstoffen onder de zeebodem maken duidelijke regels noodzakelijk.’ Noem de voorbeelden van een waardevolle grondstof die onder de bodem van de Noordzee te vinden is.
A
aardolie
B
steenkool
C
aardgas
D
ijzererts
Slide 11 - Quiz
Wat is groter: de EEZ van een land of de territoriale wateren?
A
EEZ
B
territoriale wateren
Slide 12 - Quiz
Bron Hulst Reinaertstad De stad Hulst noemt zich Reinaertstad. Er werden standbeelden van Reinaert geplaatst, en straten, cafés en verenigingen kregen namen uit het middeleeuwse verhaal. Net als kunstexposities, jazzfestivals, een stripalbum en ga zo maar door. En dat terwijl het verhaal van de sluwe vos met de rode baard zich nauwelijks afspeelt in Hulst.
Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit:
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit
Slide 13 - Quiz
BRON Jip en Janneke in dialect Bij de historische verenigingen ligt ‘Jipke en Jannöaken’ te koop. Restaurants zetten streekrecepten op het menu en tappen Grolsch bier, in cafés staat FC Twente op het beeldscherm. De gasten luisteren naar een hit van Normaal. Bij de put voor het streekeigen boerderijtype blazen boeren op de midwinterhoorn. Andere folklore bestaat uit vlöggeln, klootschieten en huizenhoge paasvuren
Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit
Slide 14 - Quiz
Bron Een beeldmerk voor buitenlanders Windmolens en democratie, vrijheid van meningsuiting, een eigen taal, handelsgeest, tulpen en bollenvelden, klederdracht en klompen, zure haring en stamppot boerenkool.
Welke vorm van identiteit hij weergeeft. Kies uit
A
regionale identiteit
B
nationale identiteit
C
lokale identiteit
Slide 15 - Quiz
Er zijn meer plaatsen in Nederland met een politieke partij die de naam ‘Plaatselijk belang’ of ‘Gemeentebelang’ draagt. Waarvan is dit soort partijen een voorbeeld? Kies uit:
A
Lokalisme
B
Nationalisme
C
Pluriformiteit
D
Regionalisme
Slide 16 - Quiz
Is deze poster een voorbeeld van:
A
uitsluiting
B
tolarantie
C
insluiting
D
pluriformiteit
Slide 17 - Quiz
Er is geen verband tussen verstedelijking en ontkerkelijking
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Er is meer sociale samenhang in landelijke gebieden in vergelijking met stedelijke gebieden
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Er is geen verband tussen ontkerkelijking en sociale samenhang
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Participatie en sociale samenhang zijn in een dorpje kleiner dan in een stadsbuurt.