Cellen

In welk van deze sappen zitten enzymen om koolhydraten te verteren ?
Verteert koolhydraten
Verteert geen koolhydraten
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
1 / 26
suivant
Slide 1: Question de remorquage
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

In welk van deze sappen zitten enzymen om koolhydraten te verteren ?
Verteert koolhydraten
Verteert geen koolhydraten
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap

Slide 1 - Question de remorquage

Bij pasteuriseren gaan alle bacteriën en schimmels dood.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Smeerkaas hoort in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 3 - Quiz

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

-productie zoutzuur
-enzym verteerd eiwit voor een deel
-Groot oppervlak
-enzymen verteren eiwitten, koolhydraten & vetten
-opname stoffen
-Maakt gal wat vetten emulgeert
-Bevat enzym wat zetmeel verteerd
-onttrekt water uit voedselbrij
-opname water in bloed
-Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Slide 4 - Question de remorquage

Geef de naam van onderdeel J ( kijk goed)
A
de lever
B
de galblaas
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 5 - Quiz

Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
koolhydraat-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen

Slide 6 - Question de remorquage

Een biefstuk is een plantaardig voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Een taak van maag is ....
A
koolhydraatvertering ( Zetmeelvertering)
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering

Slide 8 - Quiz

Voedingsstoffen zijn ..
A
water, vitaminen en mineralen
B
eiwitten, vetten en koolhydraten
C
belangrijke stoffen uit voedingsmiddelen die je lichaam nodig heeft
D
eten en drinken

Slide 9 - Quiz

Wat betekent zelfregie hebben?
A
Dat je geen hulp nodig hebt bij de persoonlijke verzorging
B
Dat je controle hebt over je eigen leven, ondanks hulp bij de persoonlijke verzorging
C
Dat de zorg bepaald hoe je hulp krijgt bij de persoonlijke verzorging

Slide 10 - Quiz

ADL hulpmiddelen zijn er om?
A
Kwaliteit van leven te geven
B
Afhankelijkheid te stimuleren
C
Zorgen voor minder belasting van de rug
D
Zorgen dat er minder mensen in de zorg nodig zijn

Slide 11 - Quiz

Wat betekent ADL?
A
algemene dagelijkse levensverrichtingen
B
anderstalig denken en luisteren
C
altijd druk leven
D
algemene dagelijkse lichaamsbehoeften

Slide 12 - Quiz

Dit hulpmiddel is geschikt voor het aandoen van een gesloten steunkous
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Waarom is het stimuleren van de ADL belangrijk?
A
omdat de cliënt het gezellig vindt
B
nergens voor.
C
Het stimuleert de zelfstandigheid van de cliënt
D
om het contact met de familie te onderhouden

Slide 14 - Quiz

Tot welk vak behoort bloemkool?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 16 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 17 - Quiz

Vetten
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vitamines mineralen

Slide 18 - Question de remorquage

Speeksel in de mond is belangrijk. Het zorgt er voor dat ...
A
eiwitten verteerd worden
B
koolhydraten verteerd worden
C
vetten verteerd worden
D
vitaminen verteerd worden

Slide 19 - Quiz

Voedingsmiddelen zijn...
A
eten
B
drinken
C
het dagelijkse patroon van eten en drinken
D
alles wat je eet en drinkt

Slide 20 - Quiz

De maag zit tussen de dunne darm en de twaalfvingerige darm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Hiernaast zie je een Kleurtjes keten. Dat is een voedingsstof. Je ziet ook een schaar die de keten opknipt. De schaar heeft de rol van:
A
Een energie
B
Enzymen
C
Eiwit
D
Koolhydraat

Slide 22 - Quiz

Iemand heeft diarree. Welk orgaan werkt dan niet goed?
A
Dikke darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
In de twaalfvingerige darm

Slide 23 - Quiz

Geef de naam van onderdeel C
A
de lever
B
de dunne darm
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 24 - Quiz

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Aardappels horen in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 25 - Quiz

Brandstof
Bouwstof
Beschermende stof
Vetten
Water
Vitamines
Mineralen
Eiwitten
Mineralen
Vetten
Koolhydraten

Slide 26 - Question de remorquage