Geld: Van ruilhandel tot euro

Geld: Van ruilhandel tot euro
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Geld: Van ruilhandel tot euro

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe geld is ontstaan, wat ruilhandel is, wat een ruilmiddel is, hoe wisselkoersen werken en welke landen de euro gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van deze les moeten weten.
Wat weet jij al over de geschiedenis van geld?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruilhandel
Mensen ruilden vroeger goederen met elkaar. Dit heet ruilhandel.
  • Jij gaf iemand brood en kreeg dan bijvoorbeeld vlees

Slide 4 - Diapositive

Laat een afbeelding zien van mensen die goederen ruilen met elkaar.
Ontstaan van geld
Later werden er munten en biljetten gebruikt als geld. Zo hoefde je niet meer te ruilen met goederen.

Slide 5 - Diapositive

Toon een afbeelding van oude munten en biljetten.
Ruilhandel vs. Geld
Ruilhandel was niet altijd handig. Soms had je geen goederen die de ander wilde ruilen. Geld was handiger omdat iedereen geld wil hebben.

Slide 6 - Diapositive

Vraag aan de leerlingen wat zij handiger vinden: ruilhandel of geld en waarom.
Ruilhandel en geld vandaag
In sommige landen wordt er nog steeds geruild met goederen. In andere landen gebruiken ze geld. Wij gebruiken de euro.

Slide 7 - Diapositive

Laat een kaart zien van de landen die de euro gebruiken.
Ruilhandel en geld vandaag
Wij gebruiken de euro sinds 2002



Gulden, kwartje, dubbeltje, stuiver en cent
Muntgeld voor 2002

Slide 8 - Diapositive

Laat een kaart zien van de landen die de euro gebruiken.
Ruilmiddel
Veel landen hebben nu de euro.
  • Waarom?
  • Makkelijk betalen in buitenland
  • Waar?


Slide 9 - Diapositive

Leg uit wat een ruilmiddel is en vraag aan de leerlingen om voorbeelden te geven van ruilmiddelen.
Ruilmiddel
Geld is een ruilmiddel. Hiermee kun je goederen en diensten kopen.

Slide 10 - Diapositive

Leg uit wat een ruilmiddel is en vraag aan de leerlingen om voorbeelden te geven van ruilmiddelen.
Euro
Waarom is  100 euro meer waard dan 1 euro?
  • Een euro is goud, wat ligt in een kluis

  • 1 kilo goud is ca. € 60.000

Slide 11 - Diapositive

Leg uit wat een ruilmiddel is en vraag aan de leerlingen om voorbeelden te geven van ruilmiddelen.
Wisselkoers
Als je naar een ander land gaat waar ze een andere munteenheid hebben, dan moet je geld omwisselen. De wisselkoers bepaalt hoeveel geld je krijgt voor jouw euro's.

Slide 12 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een wisselkoers en laat de leerlingen zelf berekenen hoeveel geld ze zouden krijgen voor hun euro's.
Euro
De euro is de munteenheid van de Europese Unie. 

Slide 13 - Diapositive

Laat een afbeelding zien van de euro en vertel welke landen de euro gebruiken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.