Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Fase 2.2B. Rekenen, geld - Money money money les 1
Geld
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Wiskunde
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
3 vidéos
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Geld
Slide 1 - Diapositive
Dit ga je deze les leren:
Je laat zien wat je al weet over geld.
Je denkt na over geld.
Je leert over het ontstaan van geld.
Je leert wat de functies van geld is.
Je leert wat een bank is.
Je leert vragen stellen over geld.
Slide 2 - Diapositive
Waar denk jij aan bij
geld?
Slide 3 - Carte mentale
Maakt geld gelukkig?
Slide 4 - Carte mentale
Als ik rijk zou zijn dan zou ik ...
Slide 5 - Carte mentale
Wat is veel geld waard?
Slide 6 - Question ouverte
Waar word jij gelukkig van?
Slide 7 - Carte mentale
Geld gebruik je om mee te betalen
Als je in de winkel iets wilt
kopen
, heb je
geld
nodig.
Geld is een
ruilmiddel
, dat betekent dat je geld kunt ruilen tegen spullen in winkels.
Slide 8 - Diapositive
Geld gebruik je om mee te betalen
Alle
spullen
die je kunt kopen hebben een bepaalde
waarde
.
Een ijsje kan bijvoorbeeld 1 euro kosten.
Als je dat ijsje wilt kopen, moet je dus 1 euro geven aan de verkoper.
Je ruilt dus eigenlijk jouw euro voor een ijsje.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Wat is ruilen?
Slide 11 - Question ouverte
Zak snoep
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Nieuwe schoenen
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
Nieuwe tablet
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Ruilhandel
Vroeger
was er
geen geld
.
Als mensen iets wilden hebben, moesten ze
ruilen
om het te krijgen.
Je kon bijvoorbeeld appels ruilen tegen graan of suikerbieten tegen een
kip.
Dit werd
ruilhandel
genoemd.
Handelen door te ruilen.
Slide 16 - Diapositive
Ruilhandel
Het
probleem
van ruilhandel was dat mensen nooit goed wisten
hoeveel iets waard was.
Daarom werd er besloten om een
vast ruilmiddel
te maken wat door iedereen gebruikt kon worden.
Dit ruilmiddel was
goud
.
Het
voordeel van goud
is dat het
niet vergaat of bederft en moeilijk kapot
kan.
Van goud werden de eerste munten gemaakt.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wat is geld?
A
munten en biljetten
B
een algemeen aanvaard ruilmiddel
C
een rekenmiddel
D
een ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel
Slide 19 - Quiz
Wat is de veiligste plek om geld te bewaren?
A
in een spaarpot
B
bij de bank
C
in een oude sok
D
in een pot met deksel
Slide 20 - Quiz
Hoe heet de beloning voor sparen bij een bank?
A
rente
B
gift
C
boete
D
opname
Slide 21 - Quiz
Hoe kom jij eigenlijk aan je geld
A
Zakgeld / kleedgeld
B
Baantje
C
Als ik iets wil, vraag ik om geld
D
Anders...
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Hoe ging deze les????
Slide 25 - Diapositive
Dit vond ik het belangrijkste van deze les...
Slide 26 - Carte mentale
Plus de leçons comme celle-ci
CG > les 1 > instructie groep 4/5
Juin 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Burgerschapskunde
Basisschool
Groep 4,5
Geld: Van ruilhandel tot euro
Décembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
1.2 Wat is geld? les 1.
Juillet 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
1.2 Wat is geld? les 1, 2 en 3
Février 2019
- Leçon avec
41 diapositives
Mens & Maatschappij
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Crisis 5 - arbeidsproductiviteit, nominale en intrinsieke waarde
Septembre 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
PE H1 Schaarste en ruilen 1.4 De waarde van geld
Avril 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Middelbare school
2.1 Ontstaan van geld
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H1 Schaarste en ruil paragraaf 4
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5