toetsvoorbereiding HD 11 en 1 t/m 6

Hoe noem je de afstand die je neemt van mensen bij een zakelijk gesprek waarbij je elkaar nog wel kunt zien, maar niet meer kunt aanraken?
A
Intieme zone
B
persoonlijke zone
C
sociale zone
D
publieke zone
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe noem je de afstand die je neemt van mensen bij een zakelijk gesprek waarbij je elkaar nog wel kunt zien, maar niet meer kunt aanraken?
A
Intieme zone
B
persoonlijke zone
C
sociale zone
D
publieke zone

Slide 1 - Quiz

Interne ruis
Externe ruis
telefoon die afgaat tijdens de les
je verstaat niets door langsrijdende trein
je piekert en krijgt niets mee van de les

Slide 2 - Question de remorquage

Jan legt aan een cliënt met LVB uit hoe de vaatwasser werkt. Cliënt snapt het niet goed want Jan gebruikt woorden die hij niet kent.
A
Het anders begrijpen van de boodschap door de ontvanger
B
Het onduidelijk brengen van de boodschap door de zender.

Slide 3 - Quiz

Oma is aan één kant volledig doof. Soms hoort zij niet goed wat er wordt gezegd.
A
Communicatiestoornissen
B
decoderen

Slide 4 - Quiz

Noem 3 hulpmiddelen kun je inzetten om taalproblemen met anderstaligen te voorkomen of in elk geval te beperken?

Slide 5 - Question ouverte

Je wilt zo veel mogelijk informatie in je opnemen, omdat je die informatie nodig hebt. Welke luisterstrategie hanteer je dan?
A
empathisch luisteren
B
gericht luisteren
C
kritisch luisteren
D
intensief luisteren

Slide 6 - Quiz

Je luistert om een mening te vormen
A
kritisch luisteren
B
intensief luisteren
C
empathisch luisteren
D
gericht luisteren

Slide 7 - Quiz

Bij egocentrisch luisteren ga je uit van je eigen referentiekader en verplaats je je niet in de ander.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je alleen naar iemands woorden luistert, maar niet op non-verbale signalen let, luister je bevooroordeeld.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Noem 4 kenmerken van een juiste luisterhouding

Slide 10 - Question ouverte

Open vragen beginnen vaak met wat, waarom, hoe?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Hoe noemen we een belangrijk gesprek met een bepaald doel op een vooraf afgesproken tijdstip. Het gesprek wordt vaak voorbereid.

Slide 12 - Question ouverte

Gevoelsmatig aspect
Verstandelijk aspect
Etisch aspect
Je houding wordt bepaald door het gevoel dat de ander bij je oproept
je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet
Je houding wordt bepaald door wat jij wel/niet belangrijk vindt.

Slide 13 - Question de remorquage

Welke beroepshouding hoort bij:
Leon zegt vriendelijk, en duidelijk tegen zijn cliënt dat hij niet wil dat hij aan zijn telefoon komt.
A
geduld uitoefenen
B
representatief zijn
C
handelend optreden
D
assertief zijn

Slide 14 - Quiz

Waarom kunnen verschillen in referentiekader de oorzaak zijn van communicatieproblemen.

Slide 15 - Question ouverte

Benoem een cultuurverschil die er bij mensen kan plaatsvinden

Slide 16 - Question ouverte

Wat bedoelen we met verbale en non- verbale communicatie moeten met elkaar in overeenstemming zijn
A
dat de non-verbale comm de verbale comm ondersteund
B
dat je duidelijk communiceert
C
dat je met handen en voeten duidelijk probeert te maken wat je bedoelt

Slide 17 - Quiz

Verbale communicatie
non-verbale communciatie
stemklank
oogcontact
mimiek
eerste indruk

Slide 18 - Question de remorquage

Waarom is zelfinzicht/je eigen communicatiestijl kennen belangrijk?

Slide 19 - Carte mentale

Noem zoveel mogelijk vormen van (culturele) diversiteit

Slide 20 - Question ouverte

Noem de 3 stappen Methode van Pinto

Slide 21 - Question ouverte

Je bent te laat voor de vergadering, en biedt hiervoor je excuus aan. Met welk aspect van je beroepshouding heeft dit het meest te maken?
A
ethisch aspect
B
verstandelijk aspect
C
gevoelsmatig aspect

Slide 22 - Quiz

Wat is coderen?
A
omzetten van gegevens (je voelt/denkt iets en zet dat om in woorden/gedrag)
B
Het opvangen van signalen en deze omzetten in eigen betekenis
C
zie pag. 42

Slide 23 - Quiz

Leg uit wat het verschil is tussen een grondhouding en een beroepshouding

Slide 24 - Question ouverte

Welke stap hoort NIET bij een alledaags gesprek
A
zoek naar iets gemeenschappelijks
B
laat het initiatief wisselen
C
vermijd een kruisverhoor
D
voeg nieuwe situaties toe

Slide 25 - Quiz

Decoderen van de boodschap
Wanneer de ontvanger de boodschap ontvangt, zal hij deze gaan decoderen. 
- Decoderen is het ontcijferen van de boodschap.
Waarom? 
- Je geeft er een betekenis aan.
- Je probeert vast te stellen wat die ander precies bedoelt. 

Slide 26 - Diapositive

Beroepshoudingsaspecten
Ken ze allemaal!!!

Slide 27 - Diapositive

Alledaags gesprek
Alledaags gesprek begint met het eerste contact: 'iemand begroeten'. Zorg ervoor dat je de stappen kent waarop je een alledaags gesprek voert.
1. Zoek naar iets gemeenschappelijks (verbinding).
2. Laat het initiatief wisselen.
3. Vermijd een kruisverhoor.
4. Speel in op de situatie.

Slide 28 - Diapositive

Tip
Zorg ervoor dat je een communicatie proces kunt omschrijven waarbij je gebruik maakt van de begrippen:
zender – boodschap – interpretatiefout – ruis - non verbale communicatie

Slide 29 - Diapositive