Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Nieuw Nederlands paragraaf 1 t/m 13 Oefentoets spelling
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A!
Vandaag...
- Stillezen
- Herhaling Spelling h1 t/m 5
Huiswerk deze week:
- Spelling par. 5: verkleinwoorden - opdracht 1 t/m 5
Leerdoelen:
- Ik snap de theorie van Spelling hoofdstuk 1 t/m 5
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A!
Vandaag...
- Stillezen
- Herhaling Spelling h1 t/m 5
Huiswerk deze week:
- Spelling par. 5: verkleinwoorden - opdracht 1 t/m 5
Leerdoelen:
- Ik snap de theorie van Spelling hoofdstuk 1 t/m 5
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
timer
15:00
Slide 3 - Diapositive
Aanvraag lidmaatschap
bibliotheek!
Slide 4 - Diapositive
Herhaling
- hoofdletters en leestekens
- laatste letter -d of -t
- bijvoeglijk naamwoord
- meervouden
- verkleinwoorden
Slide 5 - Diapositive
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In Zwolle staat in het centrum van de stad de peperbus.
B
In Zwolle staat in het Centrum van de stad de Peperbus.
C
In Zwolle staat in het centrum van de stad de Peperbus.
Slide 6 - Quiz
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In noord-Brabant spreken ze brabants.
B
In Noord-Brabant spreken ze Brabants.
C
In Noord-Brabant spreken ze brabants.
Slide 7 - Quiz
Waar staan de hoofdletters en leestekens goed?
A
In de maand Juli kamperen wij in het Oosten van Nederland.
B
In de maand juli kamperen wij in het oosten van Nederland.
C
In de maand juli kamperen wij in het Oosten van Nederland.
Slide 8 - Quiz
Ik weet wanneer ik hoofdletters en leestekens moet gebruiken
A
100%
B
Ja, meestal
C
Het kan beter
D
Nou, ik twijfel nog steeds
Slide 9 - Quiz
Schrijf het woord over en vul aan met een -d of -t = overkan.
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf het woord over en vul aan met een -d of -t = belei.
Slide 11 - Question ouverte
Schrijf het woord over en vul aan met een -d of -t = concer.
Slide 12 - Question ouverte
Neem het woord over en vul een -d of -t in: bla...
Slide 13 - Question ouverte
Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord.
Ik heb hier drie (plastic) tasjes.
A
plastic
B
plastice
C
plasticen
D
plastiken
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord.
A
de slimme docent
B
de slimmen docent
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord.
Ik heb vijf (goud) ringen thuis.
A
gouden
B
goude
Slide 16 - Quiz
Spelling bijvoeglijk naamwoord. Welk woord is goed?
A
Sportiefe leerling
B
Sportieve leerling
Slide 17 - Quiz
Ik vind de spelling van het bijvoeglijk naamwoord nog lastig.
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quiz
Wat is het meervoud van laars?
Slide 19 - Question ouverte
Meervoud op -s
Wat is het meervoud van kostuum?
Slide 20 - Question ouverte
Ik weet hoe ik meervouden met -s en -en moet maken
A
ja
B
nee
C
een beetje
Slide 21 - Quiz
Noteer het
verkleinwoord
:
pizza
Slide 22 - Question ouverte
Noteer het
verkleinwoord
:
auto
Slide 23 - Question ouverte
Noteer het
verkleinwoord
:
bloem
Slide 24 - Question ouverte
Noteer het
verkleinwoord
:
baby
Slide 25 - Question ouverte
Noteer het
verkleinwoord
:
ketting
Slide 26 - Question ouverte
Ik vind verkleinwoorden nog lastig
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
s.o. spelling - dinsdag 22 oktober
Leren
: Groene theorie van paragraaf 1 t/m 5
(dus op blz. 228, 230, 232, 234 en 236)
Oefenen
: Oefen in de onlinemethode nog eens extra met spelling.
Slide 28 - Diapositive
Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling. (tt)
Slide 29 - Question ouverte
Jij ... (worden) gek van de werkwoordspelling. (tt)
Slide 30 - Question ouverte
De afgelopen les (besteden) we tijd aan werkwoordspelling. (vt)
Slide 31 - Question ouverte
Werkwoordspelling - alle mogelijke werkwoordsvormen
(worden) De druk .... hem iets te groot. (vt)
Slide 32 - Question ouverte
Vul de juiste spelling van het werkwoord in.
Zij heeft hem ... (overtuigen) met haar argumenten.
timer
0:20
Slide 33 - Question ouverte
Spelling - werkwoorden
Spel het werkwoord in verleden tijd correct:
Sam [...] (zijn) blij om zijn oma te zien.
Slide 34 - Question ouverte
Spelling - werkwoorden
Spel de werkwoorden in de verleden tijd correct:
Jij [...] (praten) veel te veel in deze les [...] (vinden) de juf.
Slide 35 - Question ouverte
Ik ben goed voorbereid op de toets spelling
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 36 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Nieuw Nederlands paragraaf 1 t/m 13 Oefentoets spelling
Septembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
SO Spelling test je zelf... H2 + H4
Octobre 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Les 17 spelling - 21 december 2023 7e uur
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Voorbereiding toets Taalverzorging 5 - GT
Septembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 4
1HV1 - Herhalingsles spelling par. 1 t/m 4
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
spelling paragraaf 1 t/m 5 mavo 1
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Oefenen spelling
Octobre 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Oefenen taalverzorging
Novembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2