Oefenen taalverzorging

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Oefenen taalverzorging

Wat kun je verwachten op de toets?

Taalverzorging

- Spelling algemeen

- Werkwoordspelling

- Grammatica zinsdelen

- Grammatica woordsoorten

- Formuleren

Spelling algemeen

TL: hoofdletters, leestekens, verkleinwoorden, meervouden. 

Havo/atheneum: hoofdletters, leestekens, samenstellingen, koppelteken, weglatingsteken

Hoofdletters en leestekens

Neem de zin over en zet leestekens en hoofdletters op de juiste plaats.

(TL)  deze tweedehands batavus kostte maar honderd euro dus het was een koopje

(H/A)   de heer van bergen woont vlak bij zijn werk maar hij pakt altijd de auto

Hoofdletters en leestekens

Neem de zin over en zet leestekens en hoofdletters op de juiste plaats.

(TL)  Deze tweedehands Batavus kostte maar honderd euro, dus het was een koopje.

(H/A)   De heer Van Bergen woont vlak bij zijn werk, maar hij pakt altijd de auto.

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

meervouden

Wat is het meervoud van idee?

1. idees
2. ideeen
3. ideeën
4. ideën

Verkleinwoorden

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

Noteer met of zonder koppelteken:
cosmetica+industrie

Noteer met of zonder koppelteken:
stage+uren

Noteer met weglatingsstreepje:
maandagochtend en woensdagochtend

Tussenletter -s?

elektriciteit...centrale

1. Ja
2. Nee

Welk woord is goed gespeld?

1. roggebrood
2. roggenbrood

Welk woord is goed gespeld?

1. koninginnensoep
2. koninginnesoep

Werkwoordspelling

Je weet hoe je de volgende werkwoordsvormen moet spellen: persoonsvorm tegenwoordige tijd, persoonsvorm verleden tijd, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord, deelwoord als bijvoeglijk naamwoord, infinitief.

Havo/atheneum: ook Engelse werkwoorden!

1. Natuurlijk, je verander..  voortdurend als persoon en je leert ook steeds beter de kneepjes van het vak.

2. Ik ben wel een persoon die bemiddel..  bij ruzies en problemen.

 

3. Waar ik echt bang voor ben, is dat er iets met Robby gebeur….

 

4. Geef mij maar de  malse biefstuk,  versier.. met verse kruiden. 

5. Dit gegeven verbaas.. mij niet maar het verwonder.. mij wel.

Havo/atheneum:

6. Bij het buitensportcentrum hebben we ............... (raften) en ........ (mountainbiken).

Grammatica zinsdelen

Iedereen: de volgende zinsdelen moet je in een zin kunnen benoemen: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.

Samengestelde zinnen!

havo/atheneum: naamwoordelijk gezegde, bijvoeglijke bepaling

Ontleed de volgende zin:

TL:  

De keepster van WillemII werd vanmiddag met een blessure afgevoerd naar het ziekenhuis.

Havo/atheneum: 

Waarschijnlijk is de schade aan woonhuizen na de najaarsstorm zeer ernstig.

De keepster van WillemII werd vanmiddag met een blessure afgevoerd naar het ziekenhuis.

pv = werd

ow = de keepster van WillemII

wg = werd afgevoerd

lv = x 

mv = x

bwb = vanmiddag, met een blessure, naar het ziekenhuis

Waarschijnlijk is de schade aan woonhuizen na de najaarsstorm zeer ernstig.

pv = is

ow = de schade aan woonhuizen

nwg = is zeer ernstig

bwb = waarschijnlijk, na de najaarsstorm

Enkelvoudige zin

Samengestelde zin

Bryan heeft een mop verteld.

Ik weet dat Bryan een mop vertelt.

Hoofdzin

Bijzin

Tussen het ow en de pv kunnen andere zinsdelen staan

Tussen het ow en de pv kunnen geen andere zinsdelen staan

Geef de structuur.
Ik heb nooit geld bij me, want ik gebruik mijn pinpas.

1. hz+bz
2. bz+hz
3. hz+hz
4. bz+bz+hz

Welke structuur?
Omdat ik mijn pinpas gebruik, heb ik nooit geld bij me.

1. hz+hz
2. bz+bz
3. bz+hz
4. hz+bz

Grammatica woordsoorten

In een zin moet je de volgende woordsoorten kunnen benoemen: Werkwoorden (hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord), zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, onbepaald voornaamwoord, voorzetsels, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, voegwoorden, telwoorden, bijwoorden.

lidwoord

zelfst. nw

bijv. nw.

rangtelw.

hoofdtelw.

hww/zww

voorzetsel

Sleep de woorden naar de juiste woordsoort.Niet alles wordt geplaatst en er kunnen plekken open blijven!

De

leukste

jongen

middelste

als

was

in

de

achterste

groep

geplaatst

Aanwijzende voornaamwoorden

Vragende voornaamwoorden

Persoonlijk 

voornaamwoord

Bezittelijk

voornaamwoord

die

deze

zulk

wie

wat voor

welk

zo'n

diegene

ik

hij

ons

Haar

jullie

Zijn

Formuleren

Verwijswoorden.

Trappen van vergelijking.

Ontleed zin en benoem de woordsoorten

Waarom    gaf    de    scheidsrechter    na     de

 vorige    wedstrijd     een     verkeerde     uitslag

 door     aan      de      wedstrijdcommissie?

Ontleed de zin

Hoewel    de     oudste     thuis    weleens     de   

baas     kan  spelen,  wordt    hij    op    school   

vaak     gecorrigeerd     door    andere     kinderen.