Herhaling 5.1 - 5.2 - 5.3 - 5.6

Herhaling 5.1 - 5.2 - 5.3 - 5.6
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 5.1 - 5.2 - 5.3 - 5.6

Slide 1 - Diapositive

Bij welk levenskenmerk hoort ruiken?
A
Ademhalen
B
Waarnemen
C
Bewegen
D
Voortplanten

Slide 2 - Quiz

De drie lagen van de huid
Opperhuid
Het onderhuidse bindweefsel
Lederhuid

Slide 3 - Question de remorquage

Onderdelen van de huid
Bloedvat
Haar
Haarspiertje
Zweetklier
Talgklier
Hoornlaag
Kiemlaag

Slide 4 - Question de remorquage

Het oor:
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 5 - Question de remorquage

                           is een  prikkel voor het oog.


Geluid is de prikkel voor je                   .  
 

In een zintuigcel wordt de                       omgezet in een 

 oor 
licht
impuls 
prikkel

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een prikkel?
A
Reactie op iets uit de omgeving
B
Veranderingen waarop je kan reageren
C
Veranderingen uit je omgeving
D
Iets wat ontstaat in je zintuigen

Slide 7 - Quiz

Welke route legt een geluidstrilling af door de onderdelen van het oor 
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 8 - Question de remorquage

Glucose -> Glycogeen
Glycogeen -> Glucose
Insuline
Glucagon
Adrenaline

Slide 9 - Question de remorquage

hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Hoornvlies
Blinde vlek
Iris
Lens
Glasachtig lichaam
Gele vlek

Slide 10 - Question de remorquage

Proeven doe je alleen met je tong.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse
Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier

Slide 12 - Question de remorquage

Zet de hormoonklieren op de juiste plek
Eierstokken
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Teelballen
Hypofyse
Schildklier

Slide 13 - Question de remorquage

Zonder reukorgaan is proeven niet mogelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Glucose
Glucagon
Insuline
Glycogeen

Slide 15 - Question de remorquage

glucose
glycogeen
glucagon
insuline

Slide 16 - Question de remorquage

Hoeveel verschillende soorten smaken kun je proeven?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

sleep de hormoonklieren naar de juiste plek
testikels
hypofyse
schildklier
alvleesklier
bijnieren

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is de juiste route dat het geluid in je oor aflegt?
4
10
7
11
2
3
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is een voorbeeld van een prikkel?
A
Geur
B
Ruiken
C
Voelen
D
Proeven

Slide 20 - Quiz

Hoe heten de zintuigcellen waar je mee kunt ruiken?
A
Neusslijmvliescellen
B
Reukzintuigcellen
C
Geurharen
D
Geurzintuigcellen

Slide 21 - Quiz

Glucose
Glycogeen
Glucagon
Insuline

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is de goede volgorde?
A
Geurstoffen - reukzintuig - hersenen - reukzenuw
B
Geurstoffen - reukzenuw - reukzintuig - hersenen
C
Geurstoffen - reukzintuig - reukzenuw - hersenen

Slide 23 - Quiz

Welk nummer geeft aan waar de reukzintuigen liggen? En bij welk nummer liggen de smaakzintuigen?
A
reukzintuig=2 smaakzintuig=3
B
reukzintuig=4 smaakzintuig=5
C
reukzintuig=2 smaakzintuig=5
D
reukzintuig=4 smaakzintuig=3

Slide 24 - Quiz

Welke route legt de prikkel licht af door de onderdelen van het oog?
Pupil
Hoornvlies
Netvlies
Lens
Oogzenuw
Glasachtig lichaam

Slide 25 - Question de remorquage

Er komt een geurstof in je neus.
Je reukzintuig wordt geprikkeld.
Wat gebeurt er nu met je reukzintuig?

A
Het reukzintuig maakt berichten en stuurt die weg.
B
Het reukzintuig ontvangt berichten en reageert.

Slide 26 - Quiz