Thema 5, BS 6 (Regeling)

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BS 6: Regeling

Na deze les kan je 

1. De werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
   

Hormonen

• Naast je zenuwstelsel regelt het hormoonstelsel precessen in je lichaam. 
• Het hormoonstelsel bestaat uit hormoonklieren die hormonen produceren.

Hormonen

Hormonen zijn stoffen die de werking van organen reguleren.

Waar wordt adrenaline in je lichaam gemaakt?

1. In je nieren
2. In je adrena
3. In je bijnieren
4. In je bloedvaten

Alvleesklier

Regeling glucose gehalte

• Onder invloed van insuline wordt glucose in de spier en levercellen omgezet in glycogeen. 
• Hierdoor daalt de bloedsuikerspiegel. 
• Onder invloed van glucagon wordt glycogeen omgezet in glucose. 
• Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel. 

1

2

3

4

5

Alvleesklier

Bijnier

Teelbal

Schildklier

Hypofyse

huiswerk

lezen: blz 126 tm 128 en maken opdr 1 tm 4

Leren onderzoeken lezen  147 tm 151 en maken 1 en 2

slakkenhuis

zenuw

oorschelp

trommelvlies

In volgorde
nr 4 - 6 - 8

1. 4 trommelvlies 6 buis van Eustachius 8 gehoorzenuw
2. 4 gehoorgang 6 gehoorgang 8 oorschelp
3. 4 slakkenhuis 6 aambeeld 8 hamer
4. 4 evenwichtsorgaan 6 stijgbeugel 8 trommelgang

                           is de                           prikkel voor het oog.

Geluid is de                           prikkel voor het                       

Een prikkel wordt pas waargenomen als de                            hoog genoeg is. 

Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         

adequate

 oor 

adequate

licht

drempelwaarde 

impuls 

wenkbrauw

traanklier

traanbuis

pupil

wimper

iris

ooglid

Harde oogvlies

De huid
Wat is juist?

1. A: dode cellen B: deze cellen gaan dood C: nieuwe cellen worden gevormd 1 : Hoornlaag - 2. Kiemlaag
2. A: nieuwe cellen worden gevormd B: dode cellen C: deze cellen gaan dood 1. Opperhuid - 2. Hoornlaag

In volgorde
nr. 2
nr. 3

1. nr. 2: zenuw nr. 3: haarzakje
2. nr. 2: bloedvat nr. 3: talgklier
3. nr. 2: zenuw nr. 3: talgklier
4. nr. 2: bloedvat nr. 3: haarzakje

In volgorde
nr. 4
nr. 5

1. nr. 4: zenuw nr. 5: zweetklier
2. nr. 4: pijnpunt nr. 5: zweetklier
3. nr. 4: pijnpunt nr. 5: talgklier
4. nr. 4: talgknop nr. 5: zweetpunt

In volgorde
nr. 6
nr. 10

1. nr. 6: talgklier nr. 10: kiemlaag
2. nr. 6: hoornlaag nr. 10: testknopje
3. nr. 6: drukzintuig nr. 10: kiemlaag
4. nr. 6: drukzintuig nr. 10: opperhuid

opperhuid

in lederhuid

onderhuids bindsweefsel

talgklier

haren

tastknopje

vet

pijnpunt

drukzintuig

bloedvat

haarspiertje

zweetklier

Het hoornvlies is een deel van het 

Het licht wordt opgevangen door het

Het oog krijgt belangrijke stoffen via het 

harde oogvlies

netvlies

vaatvlies