11-1 t/m 4: Bijwoorden en Cis Meijer

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga zitten op je vaste plek.

Leg het boek op blz. 226

en begin alvast met het lezen van de groene theorie.

Terugblik

Wat weet je nog over

- de bijwoordelijke bepaling

- de trappen van vergelijking?

Leadoel (blz. 226)

Aan het eind van deze les...

• kun je  bijwoorden herkennen.

• kun je onderscheid maken tussen bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden.

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Wat is het bijvoeglijk naamwoord? 'Veel mensen dragen een zelfgemaakt shirt.'

'Petten worden vaak gedragen tegen de zon.' Is 'vaak' een bijvoeglijk naamwoord?

1. Ja
2. Nee

Bijwoord (BW)

Een bijwoord zegt meestal iets over
een ander woord:

• Werkwoord (Anna hockeyt goed)
• Bijvoeglijk naamwoord (Anna heeft een heel mooie hockeystick)
• Ander bijwoord (Anna kan ook bijzonder snel rennen)
  
  
• Een BW zegt nooit iets over een ZN (dan is het een BN)

Bijwoord (BW)

Een bijwoord kan van alles aangeven:

• Tijd (gisteren, tegenwoordig, morgen)
  
• Plaats (er, nergens, overal)
  
• Zekerheid (vast, absoluut)
  
• Ontkenning (niet, nooit)
• Veel vraagwoorden zijn een bijwoord (hoe, waar, wanneer). 
• Veel woorden die in hun eentje een zinsdeel kunnen vormen, zijn bijwoorden.

Wat is het verschil tussen een bijwoord en een bijvoeglijk naamwoord?

1. Een bijwoord zegt iets over een zn en een bijvoeglijk naamwoord niet.
2. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zn en een bijwoord niet.
3. Er is geen verschil.
4. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een bijwoord.

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?
Dat grappige filmpje heb ik niet vaak gezien.

1. niet, vaak
2. Dat, gezien
3. Er zitten geen bijwoorden in de zin.
4. grappige, ik

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?
De leeuw rent heel snel naar zijn prooi.

1. rent, snel
2. snel, naar
3. Er zitten geen bijwoorden in de zin.
4. heel, snel

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?
Hij eet langzaam zijn rijst op.

1. op
2. langzaam
3. Er zitten geen bijwoorden in de zin.
4. zijn

Wat zijn de bijwoorden in deze zin?
Wij lopen langzaam die kant op.

1. leeg
2. langzaam
3. Er zitten geen bijwoorden in de zin.
4. zijn

Maken/huiswerk

Blz. 226 en 227: 

opdracht 1, 2, 3, 5.

Dit gaat jullie zeker lukken!

Lesdoel

Gaat dit nu lukken?

• Kun je bijwoorden herkennen?

• Kun je onderscheid maken tussen bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden?

Afsluiting

Gaat dit nu lukken?

• Kun je bijwoorden herkennen?

• Kun je onderscheid maken tussen bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden?

Wij = pers. vnw.

houden = ww

er = niet geleerd.

heel = BW (over BW)

erg = BW (over WW)

van = VZ

om = VZ

tijdens = VZ

de = BLW

lange = BN

pauze = ZN

een  = OLW

rondje = ZN

door  = VZ

de = BLW

verlaten = BN

school  = ZN

te lopen = WW

Nu: Cis Meijer!

WOENSDAG

Welkom!

Vandaag gaan we verder met het lezen van boekfragmenten.

Lesdoel:

Je maakt kennis met boeken van Cis Meijer.

Je bedenkt een originele vraag aan Cis Meijer.

(Je kunt een boek winnen!)

Kennismaken met boeken

Spreek met je maatje af welk fragment je gaat lezen. Kies allebei een andere.

Daarna lees je het aan elkaar voor.

Of: je leest samen twee fragmenten. Dan lees je om de beurt een alinea.

De vraag

Bedenk een originele vraag.

Deze schrijf je op.

Je zorgt dat je deze aanstaande vrijdag bij je hebt op papier en in je hoofd.

Je stuurt de vraag naar mij in Teams in de opdracht die ik heb aangemaakt.

Klaar? Nog meer fragmenten lezen of huiswerk voor volgende week maken.

Dat is: groene theorie blz. 258 heel goed bestuderen.