Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Er volgen 14 meerkeuzevragen over verwijswoorden
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel vragen verwacht jij goed te hebben (14 meerkeuzevragen)?
1/2
3/4
5/6
6/7
8/9
10/11
12/13
14
Slide 5 - Sondage
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 6 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 7 - Quiz
Formuleren (verwijswoorden)
''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''
A
dat
B
dit
C
hem
D
die
Slide 8 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 9 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 10 - Quiz
De verwijswoorden: "het/zijn"
verwijzen naar....
A
een "het" woord
B
een "de" woord
Slide 11 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'het kind'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 12 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'vogel'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 13 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'auto'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 14 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'leerling'?
A
dat, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
deze, die
Slide 15 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'volk'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 16 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je voor 'de verloting'?
A
deze, die
B
deze, dat
C
dit, dat
D
die, dit
Slide 17 - Quiz
De kinderen gaan zometeen hard aan het werk. Ze hebben geleerd hoe ze verwijswoorden kunnen herkennen en toepassen in een zin.
Waar verwijst “ze” naar?
A
De kinderen
B
de juf
C
Werk
D
Verwijswoorden
Slide 18 - Quiz
Formuleren (verwijswoorden)
''Je moet even doorfietsen naar de volgende pinautomaat, want ... hier doet het niet.''
A
het
B
dit
C
dat
D
deze
Slide 19 - Quiz
Klopte jouw voorspelling?
JA
NEE
REDELIJK
Slide 20 - Sondage
Wat heb je van deze les geleerd? (wat neem je mee?)
Slide 21 - Question ouverte
Heb je nog een vraag over verwijswoorden? Zo ja, stel je vraag!
Slide 22 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Verwijswoorden
il y a 7 jours
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Juin 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Mai 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Verwijswoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Verwijswoorden
Octobre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Les 24 -C6 Formuleren §2 (2)
Novembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2