Klassenpost + Lezen H3, les 3

Programma 
1e lesuur: Klassenpost
1) Inhoud en vorm brief
2) schrijfmaatje
3) Beginnen aan kladbrief
2e lesuur: Lezen
1) Bespreken hw
2) Maken opdracht
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma 
1e lesuur: Klassenpost
1) Inhoud en vorm brief
2) schrijfmaatje
3) Beginnen aan kladbrief
2e lesuur: Lezen
1) Bespreken hw
2) Maken opdracht

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel 1e uur
Je weet hoe een brief eruit ziet en denkt na over de inhoud van je brief.

Slide 2 - Diapositive

Waar moet je op letten bij het schrijven van een brief?

  • Spelling en taalgebruik
  • handschrift
  • vorm
  • inhoud

Slide 3 - Diapositive

Handschrift
Wat voor brief je ook schrijft, het gaat erom dat de ontvanger je boodschap begrijpt.
Hij moet hem kunnen lezen. 

Tips: 
- Schrijf de letters correct zodat ze direct herkenbaar zijn
- Zorg dat je handschrift regelmatig is
- Deel je brief overzichtelijk in.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Thema
Waar
ben 
je 
goed 
in?

Slide 6 - Diapositive

Onderwerpen voor in je brief
- Wie ben je? In welke klas zit je? In welke plaats woon je? 
- Over je thuis (denk goed na over wat je wil vertellen en wat niet), je huisdieren
- Je favoriete schoolvakken en de school zelf
- Je muzikale voorkeur, hobby's, favoriete sport
- Over een missie waar je voor gaat (plastic de wereld uit, een nieuw schoolplein, beter klimaat enz.).
- Waar ben je goed in? 

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je?
De schrijver van de brief heet:
A
de geadresseerde
B
de afzender
C
de ontvanger

Slide 8 - Quiz

Wat is een 'aanhef' van een brief?
A
Beste Karin,
B
Groetjes,
C
16 november, Breukelen
D
J.J. de Bom

Slide 9 - Quiz

De geadresseerde is:
A
de schrijver van de brief
B
de afzender van de brief
C
het adres van de schrijver
D
de ontvanger van de brief

Slide 10 - Quiz

De dagtekening van een brief is:
A
de adresgegevens van de schrijver
B
de handtekening/naam van de schrijver
C
de plaats en datum
D
de aanhef

Slide 11 - Quiz

Het briefhoofd van een brief is:
A
de adresgegevens van de verzender
B
de aanhef
C
het logo
D
de enveloppe

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Opdracht
Schrijf een kladbrief van minimaal  1,5 kantje.
Je docent geeft je zo de naam van je schrijfmaatje!

Let bij je kladbrief ook al op de inhoud, indeling, handschrift, spelling en taalgebruik. 
Deze brief moet volgende week maandag klaar zijn!

Slide 14 - Diapositive

Programma lesuur 2

1) stil lezen of nog even aan je kladbrief werken
2) Bespreken rest opdracht 2 
3) Maken opdracht 3 en 4 Lezen H3


Slide 15 - Diapositive

Lesdoel:
Ik leer hoe de structuur van een tekst in elkaar zit: inleiding, middenstuk en slot.
Daarnaast leer ik hoe ik het onderwerp en de hoofdgedachte uit de tekst kan halen en kan formuleren.

Slide 16 - Diapositive

Bespreken opdracht 2
en klassikaal maken opdracht 3

Slide 17 - Diapositive

Maken
Opdracht 4 Lezen H3, blz. 76

Slide 18 - Diapositive