,

4.6 Reeël en Nominaal

Economie
Reeël en Nominaal inkomen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Economie
Reeël en Nominaal inkomen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel


Je kunt het reële en nominale inkomen bepalen.

Slide 2 - Diapositive

4.6 reëel en nominaal inkomen
nominaal inkomen
  • Het inkomen in geld van één persoon.

Bijvoorbeeld: mijn nominaal inkomen is €2800 per maand. 

Slide 3 - Diapositive

Reëel inkomen
Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen. 

De reële verandering in procenten van je inkomen bereken je als volgt..

Slide 4 - Diapositive

4.6 reëel en nominaal inkomen
rekenmethodes inflatie:

reëel inkomen = nominaal inkomen - inflatie
Nominaal inkomen = reëel inkomen + inflatie
Inflatie = nominaal inkomen - reëel inkomen

Slide 5 - Diapositive

Reëel inkomen stijging of daling
Reëel inkomen = hoeveel kan je kopen met het inkomen dat je hebt vergeleken met de prijzen.

Reëel inkomen = nominaal inkomen - inflatie
Reëel inkomen = nominaal inkomen + deflatie

Schrijf op!
Let op!  In procenten

Slide 6 - Diapositive

Nominaal en reeël inkomen

Slide 7 - Diapositive

Ongewogen en gewogen
1. Samengesteld ongewogen prijsindex



 2. Samengesteld gewogen prijsindex

Slide 8 - Diapositive

Samengesteld ongewogen indexcijfer =
SOM van alle indexcijfers
aantal indexcijfers

Samengesteld gewogen indexcijfer =
indexcijfer A × weging + indexcijfer B × weging etc.
SOM van alle wegingsfactoren

Slide 9 - Diapositive

Ongewogen
ALLES telt even zwaar!
  • Lucas haalt voor economie een 8,4   6,2   8,1 en 5.6. Bereken het ongewogen gemiddelde. 
  • (8,4 + 6,2 + 8.1 + 5,6) : 4 = 7,1
  • Denk aan de haakjes!

Slide 10 - Diapositive

CPI; ongewogen --> gewogen
samengesteld ongewogen                 samengesteld gewogen

Slide 11 - Diapositive

De Overheid
Invloed van de overheid

Slide 12 - Diapositive

Invloed van de overheid

Slide 13 - Diapositive




5.1 Stuurt de overheid de economie
Planeconomie
Sociale markteconomie
Vrijemarkt-economie



Overheid:

Slide 14 - Diapositive

Vrijemarkteconomie
Planeconomie

Slide 15 - Diapositive




Stuurt de overheid de economie
Planeconomie
Sociale markteconomie
Vrijemarkt-economie
De overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs.
Vraag en aanbod bepalen de prijzen, maar de overheid grijpt in wanneer het nodig is om basisbehoeften betaalbaar te houden en voor iedereen een redelijk bestaan te garanderen
Vraag en aanbod bepalen de prijzen en de overheid grijpt niet in met regels of wetgeving

Slide 16 - Diapositive

Manieren om de economie te organiseren:

  • Plan economie = Landen waar de overheid bepaald wat er geproduceerd wordt, hoeveel door wie, en voor welke prijs.
  • Vrijemarkt economie = Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen, overheid grijpt niet in met regels of wetgeving.
  • Sociale markteconomie = Zie vrijemarkt economie, maar overheid grijpt wel in als dat nodig is om de basisbehoeften betaalbaar te houden en iedereen  een redelijk bestaan te garanderen.

Slide 17 - Diapositive

Sociale markteconomie
De Nederlandse economie is een mengvorm van een plan- en vrijemarkteconomie. Bedrijven mogen zelf weten wat ze verkopen. Vraag en aanbod bepalen daarbij de prijzen.

In Nederland hebben we een sociale markteconomie.

Slide 18 - Diapositive

SER
Vast adviesorgaan van onze regering. In deze sociaal economische raad  zit een vertegenwoordiging van de werkgevers- en werknemersorganisatie (en kroonleden)

Slide 19 - Diapositive

Centraal Plan Bureau
  • CPB maakt analyses van economisch  beleid van regering
  • Onderdeel van Ministerie van Economische Zaken, maar functioneert ook als onafhankelijk adviesorgaan
  • Politieke partijen kunnen verkiezingsprogramma laten doorrekenen

Slide 20 - Diapositive

Het CBS
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

Slide 21 - Diapositive

  • CBS: Centraal bureau voor de Statistiek: verzamelt informatie ( kijkt terug)
  • CPB: Centraal Planbureau: bekijkt gevolgen van plannen ( kijkt vooruit)
  • SER: Sociaal Economische Raad: adviseert over zaken als werkgelegenheid, lonen en uitkeringen

Adviseurs van de overheid

Slide 22 - Diapositive