1 vmbo-bk 1.1 Planten en dieren: Organismen

thema 1 Planten en dieren
1.1 Organismen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

thema 1 Planten en dieren
1.1 Organismen

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
introductie thema 1 Planten en dieren
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 1.1 Organismen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van dit thema krijg je een toets.
Deze gaat over 1.1, 1.3, 1.5, 1.6 en 1.7

Ik zal de 2 lessen voor de toets herhalen wat de belangrijkste begrippen zijn.

Slide 5 - Diapositive

leerdoelen vandaag (1.1)
- Je kunt uitleggen wat een organisme is
- Je kunt de zeven levenskenmerken noemen
- Je kunt omschrijven wat groei is
- Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

Slide 6 - Diapositive

Inleiding
Dieren, planten en mensen zijn levende wezens.
Dat kun je zien aan de levenskenmerken.

Bij biologie leer je over levende wezens.

Slide 7 - Diapositive

1.1 Organismen
biologie = de leer van het leven

In de biologie bestudeer je levende wezens.
Een ander woord voor levend wezen is organisme.

Mensen, dieren en planten zijn organismen

Slide 8 - Diapositive

1.1 Organismen
organisme = een levend wezen
Een organisme heeft levenskenmerken.
Hieraan kan je zien dat een organisme leeft.

Er zijn 7 levenskenmerken (die moet je allemaal kennen).
Waaraan kan je zien dat een organisme leeft?

Slide 9 - Diapositive

1.1 Organismen
7 levenskenmerken:
- ademhalen
- bewegen
- groeien
- uitscheiden (plassen, zweten)
- voeden (eten en drinken)
- voortplanten (kinderen krijgen)
- waarnemen (horen, proeven, ruiken, voelen en zien)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

1.1 Organismen
Bij planten is het moeilijker om te zien dat hij leeft.
Niet alle levenskenmerken kan je duidelijk zien.
Je ziet een plant niet bewegen of ademhalen.

Toch heeft een plant alle levenskenmerken, ook al zie je ze niet!

(kijk maar naar de volgende 2 filmpjes!)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

1.1 Organismen
Alle organismen groeien.
Ze worden groter en zwaarder.

(groeien is groter en zwaarder worden)

Slide 15 - Diapositive

1.1 Organismen
In de natuur kan iets levend, dood of levenloos zijn.

Aan de levenskenmerken kan je zien dat iets leeft (= levend).

Als een organisme deze levenskenmerken niet meer heeft, dan is het dood.

In de natuur zijn ook voorwerpen die nooit hebben geleefd. Dat noem je levenloos.



Slide 16 - Diapositive

1.1 Organismen
Een organisme is eerst levend en daarna dood.

Voorbeelden van levenloze dingen zijn:
- lucht
- steen
- water

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 19 - Diapositive

zelf aan de slag
thema 1.1 Organismen (vanaf blz. 14)

Lees eerst de tekst.
Na een stukje tekst kom je een opdracht tegen: maak de opdracht.
Ga daarna verder met lezen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

zelf aan de slag
opdracht 1 t/m 4

Klaar? Ga dan verder met opdracht 5 t/m 7 (huiswerk)

10 minuten
in stilte
geen overleg

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

herhalen leerdoelen (1.1)
- Je kunt uitleggen wat een organisme is
- Je kunt de zeven levenskenmerken noemen
- Je kunt omschrijven wat groei is
- Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo