1 vmbo-bk 1.1 Planten en dieren: Organismen

thema 1 Planten en dieren
1.1 Organismen

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

thema 1 Planten en dieren
1.1 Organismen

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
introductie thema 1
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 1.1 Organismen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van dit thema krijg je een schriftelijke toets (kleine toets/SO).
Deze gaat over 1.1, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7 en 1.8

Ik zal de les voor de toets herhalen wat de belangrijkste begrippen zijn.

Slide 4 - Diapositive

leerdoelen vandaag (1.1)
- Je kunt uitleggen wat een organisme is
- Je kunt de zeven levenskenmerken noemen
- Je kunt omschrijven wat groei is
- Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

Slide 5 - Diapositive

Inleiding
Dieren, planten en mensen zijn levende wezens.
Dat kun je zien aan de levenskenmerken.

Bij biologie leer je over levende wezens.

Slide 6 - Diapositive

1.1 Organismen
biologie = de leer van het leven

In de biologie bestudeer je levende wezens.
Een ander woord voor levend wezen is organisme.

Mensen, dieren en planten zijn organismen

Slide 7 - Diapositive

1.1 Organismen
organisme = een levend wezen
Een organisme heeft levenskenmerken.
Hieraan kan je zien dat een organisme leeft.

Er zijn 7 levenskenmerken (die moet je allemaal kennen).
Kunnen jullie een aantal kenmerken noemen?

Slide 8 - Diapositive

1.1 Organismen
7 levenskenmerken:
- ademhalen
- bewegen
- groeien
- uitscheiden (plassen, zweten)
- voeden (eten en drinken)
- voortplanten (kinderen krijgen)
- waarnemen (horen, proeven, ruiken, voelen en zien)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

1.1 Organismen
Bij planten is het moeilijker om te zien dat hij leeft.
Niet alle levenskenmerken kan je duidelijk zien.
Je ziet een plant niet bewegen of ademhalen.

Toch heeft een plant alle levenskenmerken, ook al zie je ze niet!

(kijk maar naar de volgende 2 filmpjes!)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

1.1 Organismen
Alle organismen groeien.
Ze worden groter en zwaarder.

(groeien is groter en zwaarder worden)

Slide 14 - Diapositive

1.1 Organismen
In de natuur kan iets levend, dood of levenloos zijn.

Aan de levenskenmerken kan je zien dat iets leeft (= levend).

Als een organisme deze levenskenmerken niet meer heeft, dan is het dood.

In de natuur zijn ook voorwerpen die nooit hebben geleefd. Dat noem je levenloos.



Slide 15 - Diapositive

1.1 Organismen
Een organisme is eerst levend en daarna dood.

Voorbeelden van levenloze dingen zijn:
- lucht
- steen
- water

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 18 - Diapositive

zelf aan de slag
thema 1.1 Organismen (vanaf blz. 14)
De opdrachten staan tussen de tekst
Lees de tekst door en maak de opdrachten:

opdracht 1 t/m 7
plusopdracht: opdracht 8
Klaar? Laat het zien!!!!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

herhalen leerdoelen (1.1)
- Je kunt uitleggen wat een organisme is
- Je kunt de zeven levenskenmerken noemen
- Je kunt omschrijven wat groei is
- Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo