Werkwoorden tegenwoordige tijd groep 7

De agent ..... de dader aan.
(wijzen)
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De agent ..... de dader aan.
(wijzen)

Slide 1 - Question ouverte

Morgen ...... ik het misschien.
(begrijpen)

Slide 2 - Question ouverte

Ik ..... vaak iets spannends.
(beleven)

Slide 3 - Question ouverte

Mario ..... mijn maat schoenen.
(raden)

Slide 4 - Question ouverte

Henk ...... de olifanten door actie te voeren. (redden)

Slide 5 - Question ouverte

Mijn ouders ...... elke dag.
(zingen)

Slide 6 - Question ouverte

Mitchel ...... de zaadjes in dat bakje.
(planten)

Slide 7 - Question ouverte

Jij ....... altijd cola.
(drinken)

Slide 8 - Question ouverte

Jij ...... elke dag.
(knutselen)

Slide 9 - Question ouverte

......... jij alle toetsen?
(bekijken)

Slide 10 - Question ouverte

Theo en Marie ..... hun blokfluiten.
(Blazen)

Slide 11 - Question ouverte

Ik ....... vanmiddag lekker buiten.
(spelen)

Slide 12 - Question ouverte

Jij ....... morgen je hoofd.
(scheren)

Slide 13 - Question ouverte

Ik ....... naar mijn hond.
(kijken)

Slide 14 - Question ouverte

........ jij ineen als je Fred ziet?
(krimpen)

Slide 15 - Question ouverte

Harry ...... zijn vraag.
(beantwoorden)

Slide 16 - Question ouverte

....... je in Afrika veel muggen?
(vinden)

Slide 17 - Question ouverte

Mijn oom en tante ....... een televisie.
(bestellen)

Slide 18 - Question ouverte

...... Jan om alle grappen?
(lachen)

Slide 19 - Question ouverte

Konijnen ...... oppassen voor roofdieren.
(moeten)

Slide 20 - Question ouverte