Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 4 min
Éléments de cette leçon
2M Unit 4 Speaking
Today's goals:
Become familiar with the expressions of Lesson 3.
- Je kunt een gesprek voeren aan de kassa.
- Je kunt informatie vragen en geven.
- Je kunt praten over de prijs.
Slide 1 - Diapositive
Today's class
1. Ask for/give information
2. Translate
3. Write your conversation
4. Homework
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Could you help me find the foreign food section?
Ask for information
Give information
The pineapples are less expensive but also less sweet.
Can I ask you something?
The indian stall is in isle three.
You can find what you are looking for at Padman's stall.
Yes, we've got the best ones in town.
Do you have curry leaves?
What else do we need?
Do you have a cheaper option?
They're five pounds a bag.
Slide 4 - Question de remorquage
Expressions
Translate the Dutch sentences to English. Use the expressions on p.140
Slide 5 - Diapositive
Pardon, meneer. Mag ik u wat vragen?
Slide 6 - Question ouverte
Heeft u een goedkopere optie?
Slide 7 - Question ouverte
Daar is de afdeling met buitenlands eten.
Slide 8 - Question ouverte
Sorry we hebben geen watermeloenen meer.
Slide 9 - Question ouverte
Dat komt op 16,99 bij elkaar.
Slide 10 - Question ouverte
Contant of pinnen?
Slide 11 - Question ouverte
Write a conversation
Create your own conversation between a customer and a seller. Use the expressions and vocabulary from Lesson 3 (p.165/166). Include the following points in the conversation. Start with the customer. Write down your conversation in your notebook.
Slide 12 - Diapositive
Create your own conversation between a customer and a seller. Use the expressions and vocabulary from Lesson 3 (p.165/166). Include the following points in the conversation. Start with the customer. Write down your conversation in your notebook.
Customer
Je gaat naar de markt om etenswaren te kopen. Stel de volgende vragen:
Trek beleefd de aandacht van de verkoper en vraag of je wat mag vragen.
Vraag aan de verkoper hoeveel 500 gram pinda's kosten.
Vraag aan de verkoper of ze ook appels verkopen.
Vraag aan de verkoper of ze ook een speciale aanbieding hebben.
Vertel dat je alleen 500 gram pinda's wil.
Seller
Je gaat naar de markt om etenswaren te kopen. Stel de volgende vragen:
Reageer gepast op de klant.
Vertel dat pinda's €3 per 500 gram kosten.
Vertel dat jullie de beste appels van de stad verkopen.
Vertel dat je een gratis watermeloen krijgt als je 15 euro uitgeeft.
Vraag of de klant wil pinnen of contant betalen en vraag of die er een tasje bij wil.