Paragraaf 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• WO
• Leerjaar 1

GOED

FOUT

Een warme zeestroom loopt altijd van Noord naar Zuid

Een koude zeestroom zorgt voor droge klimaten aan de kust

Hier loopt de evenaar langs

Warme zeestroom die richting het noorden en zuiden gaat

Koude zeestroom gaat richting de evenaar

Leerdoelen van de les:

-Je weet wat een temperatuurgradiënt is en kan deze uitreken in verschillende situaties.

-Je weet wat de loefzijde en lijzijde is en kunt deze herkennen.

-Je kunt de vier reliëfvormen benoemen en koppelen aan hoogte.

Loefzijde

Lijzijde

???

???

??

??

Loefzijde

Lijzijde

Regenschaduw

Stuwingsneerslag

Zet de klimaatfactoren op de juiste plek!

Breedteligging

Hoogteligging

Land vs. zee

Warme vs. koude zeestroom

Loefzijde vs. lijzijde

Luchtdrukgebieden

Afzwaaier:

Bij welk(e) landschap(pen) is neerslag 

dé meest bepalende geofactor?

Neerslag als meest bepalende klimaatfactor

In oranje staan de klimaatfactoren. 

Sleep de omschrijvingen naar de juiste klimaatfactor:

Hierna: 3 quizvragen

Invloed van de zee.

Gesteldheid van het aardoppervlak.

Breedteligging

Windrichting

Hoogteligging

In Amsterdam is heel veel asfalt en beton. Daarom is het oppervlakte hier warmer dan op het platteland.

In de zomer is het in Nederland langs de kust vaak koeler dan in het binnenland.

Marokko ligt dichter bij de evenaar dan Nederland. Daardoor is de temperatuur er hoger.

Een zuidenwind betekent in Nederland vaak dat er warme lucht wordt aangevoerd.

Op een berg is het kouder dan in een dal.

Zet de foto's bij de juiste reliëfvorm

Laagland

Heuvelland

Middelgebergte

Hooggebergte

Zelfstandig werken

Opstarten met H6 paragraaf 2 (opdracht 1 t/m 6) 

Geen huiswerk