Rekenen 22 april

Rekenen
Wat heb je nodig: 
- een pen
- je rekenschrift 
          of 
een wit A4 papier en een transparant insteekhoesje

Let op: Dit is een nieuw doel, iedereen doet mee
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Wat heb je nodig: 
- een pen
- je rekenschrift 
          of 
een wit A4 papier en een transparant insteekhoesje

Let op: Dit is een nieuw doel, iedereen doet mee

Slide 1 - Diapositive

Even herhalen...
We hebben eerder millititers afgelezen op een literkan
1000ml=1l
(1000 milliliter = 1 liter)

Slide 2 - Diapositive

Filmpje over de liter:
Filmpje over de milliliter:

Slide 3 - Diapositive

Zoek 5 producten in de keuken en/of badkamer waar ml (milliliter) op staat.
Schrijf hieronder op welke producten je hebt gevonden én hoeveel ml er op de verpakking staat.

Slide 4 - Question ouverte

Wat weten we al:
 
1 liter: de inhoud van een pak melk


1 milliliter: een druppeltje met uit een pipet,  
                 bijv. van oogdruppels of oordruppels

                 1000 ml =       1    l
                        1    l = 1000 ml
()

Slide 5 - Diapositive

Opwarmer
Je werkt maximaal 5 minuten aan som 0 van les 4
Kom daarna weer terug naar LessonUp!




Opwarmer
Op de volgende pagina's zie je 4 quizvragen.
Klik heb juiste antwoord aan.



Slide 6 - Diapositive

1 l = ... ml
A
10 milliliter
B
100 milliliter
C
1000 milliliter
D
10.000 milliliter

Slide 7 - Quiz

Hoeveel milliliter zit in deze kan?
A
100 milliliter
B
150 milliliter
C
1000 milliliter
D
10 milliliter

Slide 8 - Quiz

Hoeveel milliliter zit in deze kan?
A
4 liter
B
40.000 milliliter
C
400 milliliter
D
4000 milliliter

Slide 9 - Quiz

2 liter is ... ml
A
200 milliliter
B
2000 milliliter
C
20 milliliter
D
20.000 milliliter

Slide 10 - Quiz

5b Blok 2 week 3 les 4
5b Blok 3 week 2 les 3

Slide 11 - Diapositive

Doel: Ik weet hoeveel een deciliter en een centiliter is.
Ik kan de juiste inhoudsmaat kiezen.
Ik kan liter, deciliter, centiliter, mililiter omrekenen.
         
100 ml = ... dl

Slide 12 - Diapositive

Instructiefilmpje over de deciliter = dl
Instructiefilmpje over de centiliter = cl

Slide 13 - Diapositive

Dit is handig om te onthouden:
 
1 liter: de inhoud van een pak melk

1 deciliter: de inhoud van een kopje

1 centiliter: de hoeveelheid die op een dessertepel past

1 milliliter: een druppeltje met uit een pipet,  
                 bijv. van oogdruppels of oordruppels

Slide 14 - Diapositive

Nu ga je leren omrekenen
Deze trap is daarbij een handig hulpmiddel, 
hier heb je ook een wisbordje van op school

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Teken dit gedeelte van de trap in je rekenschrift. 
Of: teken het op een wit A4 papier en stop het in een         
      transparant hoesje, zo heb je je eigen wisbordje thuis!
Dit is een handig hulpmiddel dat je straks kunt gebruiken bij de sommen in Snappet

Slide 17 - Diapositive

Laat de foto van jouw getekende trap zien.
Deze kun je straks goed gebruiken bij de sommen in Snappet.

Slide 18 - Question ouverte

Ik doe het voor:

Slide 19 - Diapositive

We doen het samen: ik doe het voor en jij       
                                   schrijft en denkt mee

Slide 20 - Diapositive

We doen het samen:

Slide 21 - Diapositive

Even een voorproefje....
Bekijk als je wilt één van de instructiefilmpjes nog een keer

Slide 22 - Diapositive

40 dl = ... l
A
400
B
40
C
4
D
4000

Slide 23 - Quiz

                               Aan de slag! 
       Nu ga je zelf de inhoudsmaten omrekenen.
Maak (dit geldt voor iedereen):
- opgave 1 en 2
- 10 opgaven in de +
- werk in je werkpakket (10 sommen per doel)
-> je werkt in totaal 45 min. aan rekenen

Slide 24 - Diapositive