Havo 2: Neue Kontakte - Kapitel 2

Havo 1: Neue Kontakte - Kapitel 2

Woorden Nederlands - Duits
Woorden Duits - Nederlands
Vervoegen van sein en haben

1 / 21

Slide 1: Diapositive

DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

La durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Havo 1: Neue Kontakte - Kapitel 2

Woorden Nederlands - Duits
Woorden Duits - Nederlands
Vervoegen van sein en haben

Slide 1 - Diapositive

Darf ich mich ___ (voorstellen).

Slide 2 - Question ouverte

Meine ___ (nicht) spielt Tennis.

Slide 3 - Question ouverte

Haben Sie ___ (kinderen), Frau Weber?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal: de ouders

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal: hebben

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal: twintig

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal: drieëndertig

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: zesenzeventig

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal: honderd

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: duizend

Slide 11 - Question ouverte

Wir gratulieren dir zum Geburtstag.
Vertaal: gratulieren

Slide 12 - Question ouverte

Was siehst du dort?
Vertaal: dort

Slide 13 - Question ouverte

Seine Verwandten leben in der Türkei.
Vertaal: Verwandten

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: ik ben

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: hij is

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal: wij zijn

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal: ik heb

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal: jij hebt

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:
jullie hebben

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal: u heeft

Slide 21 - Question ouverte