taalles 1 intro

taalles 1 intro
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

taalles 1 intro

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even voorstellen
Wie ben ik?

Wie ben jij?

Hoe vind je Nederlands?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht ik van jou?
  • respect
  • veiligheid
  • vriendelijkheid
  • discipline 
  • Je zorgt dat jijzelf en de andere leerlingen de les goed kunnen volgen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwachten jullie van mij?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo zal elke les beginnen
  1. Als je binnenkomt in het lokaal stop je je telefoon in de telefoontas en ga je direct op je eigen plaats zitten. 
  2. Je legt meteen je spullen voor je op tafel (etui, leesboek, Ipad moet dicht op tafel of in de tas)
  3. Ga je in stilte lezen in je leesboek.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

inloggen in Lesson Up

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

L
3
T
T
3
R
S
timer
2:00
Wat zijn de eerste 5 woorden die bij je
opkomen als je denkt aan...

Slide 8 - Carte mentale

Voor de docent
Hebben leerlingen moeite met opgang komen, geef dan zelf een aantal opties.
Denk aan: Lezen, schrijven, boeken, verhalen, brieven, email, communicatie, informatie, leren, ondertiteling.
Maar misschien ook wel: Leuk, stom, saai, moeilijk, 


Letters heb je nodig om te kunnen lezen en schrijven.
Wat doe jij het liefst? Lezen of schrijven?

Slide 9 - Sondage

Voor de docent
Deze slide kan een aanleiding zijn om het gesprek over de (mogelijke) aversie voor rekenen te bespreken.
Waar zit het 'm in? Wat zou rekenen leuker/makkelijker maken?
Of zijn het specifieke onderdelen van het rekenen die niet gesnapt worden?

Uiteraard kan deze slide ook een aanspreekpunt zijn om de leerlingen indivueel op aan te spreken.
Maak de woordpiramide
Sleep de letters
naar de juiste plek

Slide 10 - Question de remorquage

Voor docent
  • Vink 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
  • Gezien de grootte van de sleepvlakken is het raadzaam de puzzel op een laptop te laten maken.
Maak de woordpiramide
Sleep de letters
naar de juiste plek

Slide 11 - Question de remorquage

Voor docent
Vink 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
Gezien de grootte van de sleepvlakken is het raadzaam de puzzel op een laptop te laten maken.

Welke klinker mist in de onderstaande woorden:
+10
K_p
+5
K_st
+2
H_nger
+1
_lf_bet

Slide 12 - Question ouverte

Voor de docent

Wie vindt als eerste de letter die gezocht wordt?
Goede antwoorden na de 1e hotspot verdienen 10 punten, na de 2e hotspot 5, etc.
  • Vink 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
  • Zorg ervoor dat je de antwoorden van de leerlingen pas op het laatst zichtbaar maakt.


Welke medeklinker mist in de onderstaande woorden:
+10
_ol
+5
_ind
+2
_egen
+1
Nieu_

Slide 13 - Question ouverte

Voor de docent

Wie vindt als eerste de letter die gezocht wordt?
Goede antwoorden na de 1e hotspot verdienen 10 punten, na de 2e hotspot 5, etc.
  • Vink 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
  • Zorg ervoor dat je de antwoorden van de leerlingen pas op het laatst zichtbaar maakt.


Welke klinker én medeklinker missen in de onderstaande woorden:
+10
_l_i
+5
_am_r
+2
_am__l
+1
S_ieva_anti_

Slide 14 - Question ouverte

Voor de docent

Wie vindt als eerste de letter die gezocht wordt en wint de meeste punten?

Goede antwoorden na de 1e hotspot verdienen 10 punten, na de 2e hotspot 5, etc.
  • Vink 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
  • Zorg ervoor dat je de antwoorden van de leerlingen pas op het laatst zichtbaar maakt.
  • Het spel bestaat uit drie rondes.

Woordslang
Vind zoveel mogelijk woorden in het vierkant. Je mag alle kanten op, maar een
letter mag maar één keer in het woord gebruikt worden.

Slide 15 - Carte mentale

Voorbeelden van 6-7 letter woorden:Voorbeelden van 6-7 letter woorden:Voor de docent
Een prima oefening om de leerlingen te laten oefenen met spellen.

Werkwijke met devices:
  • Laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden invoeren.
  • Vink hiervoor 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
Werkwijze zonder devices:
  • Zet de woordslang op het bord.
  • Deel blaadjes uit en laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden opschrijven.
Opties:
- Categoriseer de gegeven antwoorden in 2-letter, 3-letter, ...-letter woorden. Met devices zijn de antwoorden bij elkaar te zetten. Zonder devices kunnen de leerlingen hun antwoorden op post its schrijven en bij elkaar plakken.
- Geef leerlingen de opdracht in volgorde een 2-, 3-, 4- en 5-letterwoord te zoeken. 
- Zet eventueel een timer om de spanning te verhogen. 

Voorbeelden van 2-3 letter woorden:
me, te, en, in, el, er, mi, po, op, es, ei, mis, tol, tin, ten, het, her, ren, rel, set, eer, ere, een, hen, pot, mei, eis, mes, les
Voorbeelden van 4-5 letter woorden:
pies, plot, lint, mest, mist, stop, stel, eren, tent, meer, reis, eren, nest, heer, leer, stil, rest, stol, plots, licht, nicht, meren, eisen, leest, smeer, sneer, meest, piste, optie, loten, plint, poten
Voorbeelden van 6-7 letter woorden:
opstel, plicht, misere, resten, pieren, 
politie, misten, 
Voorbeelden van 8+ letter woorden:
plichten, stichten, stichter
Woordslang
Vind zoveel mogelijk woorden in het vierkant. Je mag alle kanten op, maar een
letter mag maar één keer in het woord gebruikt worden.
Vind jij het 13 letter woord voor de bonus van 25 punten!?

Slide 16 - Carte mentale

Voor de docent
Een prima oefening om de leerlingen te laten oefenen met spellen.

Werkwijke met devices:
  • Laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden invoeren.
  • Vink hiervoor 'Devices in de klas' en 'Toon bij student' aan.
Werkwijze zonder devices:
  • Zet de woordslang op het bord.
  • Deel blaadjes uit en laat de leerlingen zoveel mogelijk woorden opschrijven.
Opties:
- Categoriseer de gegeven antwoorden in 2-letter, 3-letter, ...-letter woorden. Met devices zijn de antwoorden bij elkaar te zetten. Zonder devices kunnen de leerlingen hun antwoorden op post its schrijven en bij elkaar plakken.
- Geef leerlingen de opdracht in volgorde een 2-, 3-, 4- en 5-letterwoord te zoeken. 
- Zet eventueel een timer om de spanning te verhogen. 

Voorbeelden van 2-3 letter woorden:
 de, en, in, eg, er, ei, nu, ui, rek, oer, die, ier, der, gin, vin, ren, roe, den
Voorbeelden van 4-5 letter woorden:
dier, unie, ding, roek, rein, gier, oren, rede, gein, drek, ring, kern, vrede, koren, reden, kring, snede, ieder
Voorbeelden van 6-7 letter woorden:
neigen, dingen, ringen, vredig, snedig, kneden, vriend, roeien, dreigen. roeiend, kringen, dringen
Voorbeelden van 8+ letter woorden:
vrienden, vriendin
13-letter woord:
VRIENDENKRING
C1jF3rs & L3tt3rs
L
3
T
T
3
R
S
Ben je ook benieuwd naar onze 'Letters"-les of wil je andere kant-en-klare lessen gebruiken?
 Klik dan hier.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions